HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
Startprocedure
OPMERKING: De motor moet altijd eerst gestart worden vanaf het
grondbedieningsstation.
1. Controleer het motoroliepeil alvorens de motor te star-
ten; vul zo nodig olie bij overeenkomstig de handleiding
van de motorfabrikant.
2. Trek de rode noodstopschakelaar naar buiten (AAN).
3. Zet
de
keuzeschakelaar
gewenste bedieningsstation (platform of grond).
4. Als een machine met een dubbel brandstofsysteem
wordt gebruikt, plaats de keuzeschakelaar LPG/BEN-
ZINE op het platform dan in de gewenste stand.
OPMERKING: Als het LPG-systeem wordt gekozen, zorg er dan
voor dat de handklep op de LPG-voorraadtank is
geopend voordat u de motor start.
ALS DE MOTOR NIET DIRECT START, MAG DEZE NIET LANGDURIG
GETORND WORDEN. ALS DE MOTOR WEER NIET START, LAAT DE
STARTMOTOR DAN 2 TOT 3 MINUTEN "AFKOELEN". ALS DE MOTOR
NA MEERDERE POGINGEN NIET START, RAADPLEEG DAN DE MOTOR-
ONDERHOUDSHANDLEIDING.
4-2
platform/grond
op
het
– JLG Hoogwerker –
5. Als de machine vanaf het grondbedieningsstation wordt
gestart, zet de noodstopschakelaar dan op AAN en
houd de startknop ingedrukt tot de motor aanslaat. Als
de machine vanaf het platformbedieningsstation wordt
gestart, zet de noodstopschakelaar op het platform dan
op AAN en houd de startknop ingedrukt tot de motor
aanslaat.
LAAT DE MOTOR ENKELE MINUTEN WARMLOPEN VOORDAT U DEZE
BELAST.
6. Nadat de motor voldoende is warmgelopen, kunt de
machine gaan gebruiken.
3122340