Aanwijzingen voor de installatie
Elektrische aansluiting van de vlamopnemer
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
Building Technologies
∂
Leg de ontstekingskabel altijd afzonderlijk en op een zo groot mogelijke afstand
van het apparaat en andere kabels
∂
Installeer de schakelaars, zekeringen en de aarding volgens de plaatselijk van
kracht zijnde voorschriften
∂
Overschrijd de maximaal toelaatbare stroombelasting niet, zie «Technische
gegevens»
∂
De stuuruitgangen mogen van buitenaf geen netspanning krijgen. Bij een
functietest van de door de automaat aangestuurde brandercomponenten
(brandstofafsluiters o.d.) mag de LMO principieel niet zijn aangesloten
∂
Denk aan de fasetechnisch correcte aansluiting
Belangrijk is een zo storingsvrij mogelijke signaaloverdracht met het minste verlies:
∂
Leg de opnemerleidingen niet samen met andere leidingen
– leidingcapaciteiten verminderen de grootte van het vlamsignaal
– gebruik een afzonderlijke kabel
∂
Neem de toelaatbare lengte van de opnemerleidingen in acht, zie «Technische
gegevens»
∂
De brander moet volgens de voorschriften geaard worden; het aarden van de ketel
alleen is niet voldoende
Zowel de eerste inbedrijfstelling c.q. onderhoud alsook na lange
bedrijfsonderbrekingen moeten de volgende veiligheidscontroles worden
uitgevoerd:
Uit te voeren veiligheidscontrole
a)
Branderstart met verduisterde
vlamopnemer
b)
Branderstart met door vreemd licht
belichte vlamopnemer
c)
Branderbedrijf met gesimuleerde
vlamafbreking, hiervoor de vlamopnemer
tijdens bedrijf verduisteren en in deze
toestand laten
Verwachte reactie
Niet wijzigbare
storingsuitschakeling aan het
einde van de veiligheidstijd
(TSA)
Niet wijzigbare
storingsuitschakeling na uiterlijk
40 seconden
Herhaling, gevolgd door een niet
wijzigbare storingsuitschakeling
aan het einde van de
veiligheidstijd (TSA)
CC1N7130nl
15.03.2018
3/17