De opnamemodus kiezen
De modus Programma gebruiken
U kunt de opnamemodus kiezen met behulp van de functiekiezer op
de bovenzijde van uw camera.
1. Kies de programmamodus met behulp
van de functiekiezer (p. 20).
2. Richt de camera op het onderwerp en
stel de opname samen door het LSC-
scherm te gebruiken.
3. Druk op de sluiter knop om een
opname te maken.
Raadpleeg pagina's 40-47 voor meer
informatie over de menu's Programmamodus.How to use the Manual
mode
De modus Handmatig gebruiken
De gebruiker kan zowel de diafragmawaarde als de sluitersnelheid
handmatig instellen.
1. Kies de handmatige modus met
behulp van de functiekiezer. (p.20)
2. Richt de camera op het onderwerp en
stel de opname samen door het LSC-
scherm te gebruiken.
3. Druk op de sluiter knop om een
opname te maken.
Zie bladzijden 45 voor meer informatie
over de menu's.
De modus DUAL IS (Dual beeldstabilisatie, Dual
Image Stabilization) gebruiken
Deze modus zal het effect van het trillen van de camera verminderen
en u erbij helpen om een goed belichte opname in donkere
1
omstandigheden te maken.
1
1/30
F3.3
1. Kies de DUAL IS modus met behulp
van de functiekiezer (p. 20).
2. Richt de camera op het onderwerp en
stel de opname samen door het
LSC-scherm te gebruiken.
3. Druk op de sluiter knop om een
opname te maken.
Zaken om op te letten wanneer u de DUAL IS-modus gebruikt
– De digitale zoom functioneert niet in de DUAL IS-modus.
lichtomstandigheden schakelt de DUAL IS niet aan.
lichtomstandigheden wordt de indicator voor het trillen van de camera
(
) getoond. Voor de beste resultaten neemt u uitsluitend foto's in
omstandigheden waarbij de indicator voor het trillen van de camera
(
) niet wordt getoond.
– Als het onderwerp beweegt kan de uiteindelijke opname wazig zijn.
– Aangezien de DUAL IS de digitale processor van de camera gebruikt,
kan het bij opnamen die met DUAL IS worden gemaakt iets langer
duren voordat de camera ze verwerkt heeft.
1
021