De opnamemodus kiezen
Opnamemodus kiezen
U kunt de opnamemodus kiezen met behulp van de functiekiezer op
de achterkant van uw camera.
De functiekiezer gebruiken
Kies de opnamemodus door de functiekiezer naar het keuzepunt te
draaien .
Modus Filmclip
Smart Auto-modus
Keuzepunt
Auto modus
Programma modus
Handmatige modus
020
De modus Auto gebruiken
Kies deze modus voor het snel en gemakkelijk nemen van foto's met
minimale gebruikersinteractie.
Scène modus
Modus
schoonheidopname
DUAL IS (tweevoudige
beeldstabilisatie) modus
1. Plaats de batterij (p.15) en let daarbij
op de juiste polariteit (+/-).
2. De geheugenkaart insteken (p.15).
Aangezien deze camera een intern
geheugen van 21MB heeft, is het niet
per se nodig een geheugenkaart te
gebruiken. Als de geheugenkaart niet
is ingestoken wordt een opname op
het interne geheugen opgeslagen. Als de geheugenkaart is ingestoken
wordt een opname op de geheugenkaart opgeslagen.
3. Sluit het afdekklepje van het batterijvak.
4. Druk op de POWER knop om de camera aan te zetten. (Als de
datum/tijd die op het LSC-scherm verschijnt niet correct is, stel dan de
datum/tijd opnieuw in voordat u een foto maakt.)
5. Kies de modus Automatisch door op de Modus knop te drukken.
6. Richt de camera op het onderwerp en stel de opname samen.
7. Druk op de sluiter knop om een opname te maken.
Als het kader voor automatisch scherpstellen rood wordt
wanneer u de sluiter knop halverwege indrukt, betekent dit
dat de camera niet op het onderwerp scherp kan stellen. In dat
geval is de camera niet in staat een scherpe opname van een
tafereel te maken.
opname maakt.
1