Aansluitingen - Vega VEGAPULS C 22 Handleiding
Voor continue niveaumeting
Verberg thumbnails
Zie ook voor VEGAPULS C 22:
- Producthandleiding (16 pagina's) ,
- Handleiding (64 pagina's) ,
- Handleiding (60 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Referentievlak
Instromend medium
Aansluitingen
VEGAPULS C 22 • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, het
instrument in het midden van de tank te monteren, omdat de meting
dan tot op de bodem mogelijk is.
Fig. 9: Montage van de radarsensor op tanks met conische bodem
Het midden van de antennelens is het begin van het meetbereik en
tegelijkertijd het referentievlak voor de min.-/max.-inregeling, zie
volgende afbeelding.
Fig. 10: Referentievlak
1
Referentievlak
Monteer de instrumenten niet boven of in de vulstroom. Waarborg dat
u het productoppervlak registreert en niet het instromende product.
Fig. 11: Montage van de radarsensor bij instromend product
Bij steunmontage moet de aansluiting zo kort mogelijk zijn en moet
het uiteinde zijn afgerond. Daardoor worden stoorreflecties door de
aansluiting gering gehouden.
Bij een schroefdraadsok moet de antennerand minimaal 5 mm (0,2
in) uit de aansluiting steken.
1
4 Monteren
13
Advertenties
Inhoudsopgave
