Problemen oplossen aan het printerstuurprogramma en met
afdrukken
Dit hoofdstuk beschrijft hoe problemen met het printerstuurprogramma en het afdrukken kunnen worden
opgelost.
Kan niet afdrukken vanaf een
computer.
De instelling [On-/Offline] staat mogelijk op
[OFF].
Controleer de instelling [On-/Offline] op het [Print]-
scherm.
Als [OFF] wordt weergegeven, zet deze parameter
dan op [ON].
[Print]-scherm
zet [On-/Offline] op [ON]
Mogelijk gebruikt u een printer waarvan het
netwerksegment anders is.
Selecteer de selectievakjes [Wake On LAN] en
[Met ander netw. verbinden] in het tabblad
[Omgeving] van de printereigenschappen.
De taak kan een wachttaak zijn.
Taken met een PIN-code worden als wachttaken
beschouwd. De beheerder kan het apparaat
dusdanig hebben geconfigureerd, dat alle taken
als wachttaken worden behandeld.
Controleer of de taak wordt weergegeven in
[Wachttaaklijst] op het [Print]-scherm.
Het apparaat kan bezig zijn met het afdrukken
van een andere taak.
•
Niet-actieve taken worden van boven naar
beneden in de lijst op het scherm [Actief/t-act.]
afgedrukt.
•
Wanneer u de functie kopie onderbreken
gebruikt, heeft de kopieertaak voorrang op de
taken die vanuit het printerstuurprogramma
werden verzonden.
Wordt de vervangmelding voor de inktcartridge
weergegeven?
U kunt niet afdrukken als het bericht aangeeft dat
zelfs één kleur moet worden vervangen. Vervang
de inktcartridge van de aangegeven kleur.
Kan niet goed afdrukken op papier
met een afwijkend formaat.
Het papier met afwijkend formaat is mogelijk
niet geregistreerd.
Het papierformaat moet vooraf worden
geregistreerd in [Aangepast papierformaat] op
zowel het printerstuurprogramma als de machine.
Scherm met printerstuurprogramma-
eigenschappen
[Omgeving] tabblad
[Aangepast pap.formaat]
Het papierformaat moet vooraf door de beheerder
op het apparaat geregistreerd zijn in het
beheerdermenu. Neem contact op met uw
beheerder.
[Handmat.] is mogelijk niet geselecteerd voor
[Papierformaat] in [Papierselectie] -
[Papierlade-instelling].
Als u papier van een afwijkend formaat wilt
gebruiken zonder het te registreren als
papierformaat, vult u het papierformaat in bij
[Handmat.].
[Print]-scherm
selecteer de taak
wijzigen] in het submenu
[Papierlade-instelling]
[Handmat.]
^
^
•
Als het selectievakje wordt verwijderd uit [ON]
zonder het papierformaat in te vullen, zal de
breedte en lengte van het papierformaat dat
geconfigureerd werd met [Papierformaat] van
het printerstuurprogramma worden toegepast.
Wanneer u papier van afwijkend formaat
gebruikt, worden de afdruksnelheid en de
papieruitlijning beter als u het papierformaat
vooraf registreert.
ComColor FT Series Handleiding voor problemen oplossen
[Instel.
[Papierselectie]
[Papierformaat]
2
37