Etiketten afdrukken
Richtlijnen
• Gebruik alleen etiketten die voor laserprinters zijn bedoeld.
• Controleer of de lijm van de etiketten 0,1 seconde bestand is tegen de
fixeertemperatuur van de printer (200 °C).
• Controleer of er tussen de etiketten misschien gedeelten met lijm zichtbaar zijn. Als
dat zo is, kunnen de etiketten tijdens het printen loskomen van het vel en loopt de
printer vast. Ook kan de printer hierdoor beschadigd raken.
• Doe hetzelfde vel etiketten niet voor de tweede keer in de printer. De lijmlaag is
hiervoor niet geschikt.
• Gebruik geen etiketten die gedeeltelijk hebben losgelaten of gekreukt, hobbelig of
beschadigd zijn.
1
Laad de etiketten met de te bedrukken
kant naar u toe in de invoer die u wilt
gebruiken.
Stel de zijgeleiders in op de breedte van
de vellen etiketten.
2
Doe de uitvoerhendel omlaag.
3
Voor u de etiketten afdrukt, moet u in uw
programma de juiste papierinvoer,
materiaaltype en formaat instellen.
Zie voor details bladzijde 5.3.
Opmerking:
vellen aan elkaar vastkleven, moet u ieder
vel direct na het printen uit de uitvoer halen.
4.10
A
FDRUKMATERIAAL
Om te voorkomen dat de