Papieruitvoer instellen
De printer heeft twee uitvoermogelijkheden: de bovenuitvoer (papier wordt met afgedrukte
kant omlaag uitgevoerd) en de frontuitvoer (uitvoer met voorkant omhoog). U kunt de
gewenste uitvoer kiezen met de hendel aan de voorkant van de printer. Voor de bovenuitvoer
zet u de hendel in de bovenste stand (normaal). Als u de hendel omlaag doet wordt de
frontuitvoer geopend.
• Als er bij gebruik van de bovenuitvoer problemen zijn met het papier, zoals omkrullen,
helpt het misschien wanneer u de frontuitvoer gebruikt.
• Om vastlopen van het papier te voorkomen, moet u de hendel niet verzetten terwijl de
printer bezig is met afdrukken.
Bovenuitvoer (voorkant omlaag)
In de bovenuitvoer wordt het papier met
de voorkant omlaag en in de juiste
volgorde verzameld. Zet hiervoor de
hendel in de bovenste stand.
De frontuitvoer is geschikt voor vrijwel al
uw afdrukwerk, vooral voor grote
afdrukopdrachten.
Frontuitvoer (voorkant omhoog)
De printer voert de afgedrukte vellen
altijd uit via de frontuitvoer wanneer deze
is geopend. Doe de hendel omhoog om
de frontuitvoer te openen. Het papier
verlaat de printer met de voorkant
omhoog.
Gebruik van de frontuitvoer kan de
uitvoerkwaliteit van de volgende
materialen verbeteren:
• enveloppen
• etiketten
• transparaten
• papier van meer dan 90 g/m2
4.4
A
FDRUKMATERIAAL