dient te vergroten.
De toets TARE drukken.
6. Bij de aanduiding "on „L3 1" het derde kalibratiegewicht voorzichtig in het midden
van het weegplateau plaatsen. Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 2.1.1) de
gewenste coëfficiënt invoeren waarmee het volgende kalibratiegewicht dient te
vergroten.
De toets TARE drukken.
7. Stap 6 afhankelijk van het aantal gewenste liniarisatiepunten herhalen .
Nadat de gewenste liniarisatiepunten worden bereikt, liniarisatie door drukken op
de toets BG/NET af te ronden.
De keuze bevestigen door op de toets TARE te drukken, de weegschaal wordt
terug in het menu gezet.
Menu verlaten/ terug naar de weegmodus, zie hoofdstuk 19.1.1 of 19.1.2.
•
Bij de aanduiding L0, L1 kan liniarisatie door drukken op de toets BG/NET
worden onderbroken.
•
Bij de aanduiding L2, L3, L4, L5, L6, L7 of L8 kan liniarisatie door drukken
op de toets BG/NET worden onderbroken (bv. bij L3 komt het overeen met
de 3-punten liniarisatie).
95
KXS/KXG-TM-BA_IA-nl-1722