19.5.1 Parameter "Aan de omgevingsomstandigheden aanpassen"
(functie "CFn 01")
De wijziging van de instellingen in de functie "CFn 01" veroorzaakt
automatisch overschrijven van de instellingen in de functie „FnC 01", zie
hoofdstuk 10.5.
De functie "CFn 01" opvragen, zie hoofdstuk 19.5.
De toets TARE drukken, de actuele instelling verschijnt.
Met de toets TARE of UNIT de gewenste instelling kiezen.
Automatisch op nul zetten aan/uitzetten en het nulbereik kiezen.
Zero 0
Keuzemogelijkheid: 0 (uitgeschakeld), 1 d, 2 d, 3 d, 4 d, 5 d, 6 d,
7 d, 8 d, 9 d
Zero 9
Fabrieksinstelling: „0"
Met de toets TARE bevestigen, de actuele stabiliteitsinstelling verschijnt.
103
KXS/KXG-TM-BA_IA-nl-1722