12.11
Interface identificatie RS 485 invoeren (functie "S1 12")
De functie "rS1 12" opvragen, zie hoofdstuk 12.
De toets TARE drukken, de actuele instelling verschijnt.
Met de toets TARE of UNIT de gewenste instelling kiezen.
Id 00
Id 99
De keuze bevestigen door op de toets TARE te drukken, de weegschaal wordt
terug in het menu gezet.
Terug naar de weegmodus, zie hoofdstuk 12.
KXS/KXG-TM-BA_IA-nl-1722
Identificatie invoeren, keuzemogelijkheid: 0–99.
Na invoer van "Id 00" zijn dezelfde bevelen voor
afstandsbediening als voor interface RS 232, zie
hoofdstuk 13.
68