19.2 Liniarisatie/menublok
De liniariteit betekent de grootste afwijking van de gewichtsaanduiding van de
weegschaal ten opzichte van de gewichtswaarde van een bepaald controlegewicht,
in plus en in minus, in het gehele weegbereik. Nadat een afwijking van de lineariteit
door toezicht over de controlemiddelen wordt vastgesteld, is de verbetering daarvan
mogelijk door liniarisatie.
• De liniarisatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een vakkundige
met een grondige kennis van het omgaan met de weegschalen.
• De gebruikte controlegewichten dienen conform de
weegschaalspecificatie te zijn, zie hoofdstuk "Toezicht over
controlemiddelen"
• Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Vereiste
opwarmingstijd verzekeren voor de stabilisatie van de weegschaal.
Na succesvolle liniarisatie wordt aanbevolen de kalibratie door te voeren (zie
hoofdstuk 3.4 "Toezicht over de controlemiddelen ").
Uitvoering:
1. De functie
2. De toets TARE drukken.
Op het weegschaalplateau mogen zich geen voorwerpen bevinden.
3. De toets TARE drukken.
4. Bij de aanduiding "on „L1 1" het eerste kalibratiegewicht voorzichtig in het midden
van het weegplateau plaatsen. Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 2.1.1) de
gewenste coëfficiënt invoeren waarmee het volgende kalibratiegewicht dient te
vergroten.
De toets TARE drukken.
5. Bij de aanduiding "on „L2 1" het tweede kalibratiegewicht voorzichtig in het
midden van het weegplateau plaatsen. Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk
2.1.1) de gewenste coëfficiënt invoeren waarmee het volgende kalibratiegewicht
KXS/KXG-TM-BA_IA-nl-1722
opvragen, zie hoofdstuk 19.
.
94