Contactvoeler
Voor het meten van bijv. de temperaturen van het
verwarmingscircuit dienen contactvoelers, die op
de leidingen worden bevestigd.
n
De contactvoelers worden met de meegele-
verde trapeziumhouder en de klemband op
een leiding bevestigd.
n
De betreffende locatie moet eerst worden
schoongemaakt. Vervolgens warmtegelei-
dende pasta (A) aanbrengen en de voeler
bevestigen.
Afb. 21: Bevestiging van contactvoeler
Bij ontoereikende kabellengte kunnen de kabels
van de sensoren met een draaddiameter van
1,5 mm² tot maximaal 100 meter worden ver-
lengd.
Buitenvoeler
Voor de Smart Control moet altijd een buitenvoeler
worden aangesloten.
n
De buitenvoeler moet in noordoostelijke rich-
ting ca. 2,5 meter boven de grond worden aan-
gebracht. De sensor mag niet blootstaan aan
direct zonlicht en moet tegen zeer harde wind-
stoten worden beschermd. Montage boven een
raam of luchtschacht vermijden.
n
Voor de montage het deksel losmaken en de
voeler met de meegeleverde schroef beves-
tigen.
n
Voor het aansluiten van de voeler op de instal-
latie, adviseren we een installatieleiding met
een aderdoorsnede van min. 0,5 mm
Afb. 22: Buitenvoeler
2
.
41