REMKO Inverter warmtepompen
n
De elektrische afzekering van de installatie
moet gebeuren volgens de technische gege-
vens. De noodzakelijke leidingdoorsneden
moeten worden aangehouden!
n
Alle leidingen moeten volgens de juiste polari-
teit worden aangesloten en worden voorzien
van een trekontlasting.
Het aansluitschema en de elektrische sche-
n
ma's opvolgen.
n
De twee-aderige besturingsleiding moet op de
klemmen F1, F2 en op de aardklem worden
aangesloten.
n
Let bij het aansluiten van de besturingskabel
op de juiste polariteit.
Wordt de buitenunit op een dak gemonteerd,
n
moet deze extra worden geaard, evenals de
dragende constructie (aansluiten op bliksemaf-
leider of fundamentaardanker).
n
Bij de serie WKF 180 Duo moet erop worden
gelet dat alleen de klemmen L1(R), L2(S),
L3(T) en N worden aangesloten (zie Afb. 20).
1
Afb. 19: Aansluitklemmen buitenunit WKF 120 Duo
1: Netaansluiting 230V/1~ /50Hz
Afb. 20: Aansluitklemmen buitenunit WKF 180 Duo
40
AANWIJZING!
Let bij het aansluiten van de buitenmodule op
het correct aansluiten van de nulleiding, anders
gaan de varistoren op de netfilterprintplaat van
de buitenmodule kapot.
Temperatuursensoren
n
Afhankelijk van het soort installatie, kan het
aantal benodigde voelers variëren.
n
Raadpleeg de hydraulische schema's voor de
voelerposities.
n
Standaard worden een buitenvoeler (S10), een
dompelvoeler (die bedoeld is als voeler voor
het warme tapwater (S08)), evenals een voeler
voor de gezamenlijke aanvoer in de binnenunit
meegeleverd.
n
Bij het aansluiten van een zonne-energie-
installatie moet een PT-1000-voeler (S01) als
collectorvoeler en een PT-1000-voeler (S02)
als onderste reservoirvoeler worden gebruikt.
n
Alle voelers worden in de schakelkast van de
binnenunit volgens het aansluitschema aange-
sloten.