Bediening; Omkeren Werkingsrichting; Standaard Aandrijving - Samson 3277 Inbouw- En Bedieningsvoorschrift
Verberg thumbnails
Zie ook voor 3277:
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (44 pagina's) ,
- Inbouw- en bedieningsvoorschriften (24 pagina's) ,
- Instructies (68 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Omkeren werkingsrichting
2. Bediening
Belangrijk!
Voor een storingsvrij bedrijf van de aandrij-
ving is het van belang dat bij het type 3277
de ont- en beluchtingsplug (3) niet is ver-
stopt. Bij de uitvoeringen met handwiel
moet erop worden gelet, dat de klepstang
bij pneumatische bediening van het regel-
ventiel vrij moet kunnen bewegen. Zet het
handwiel daarvoor in de neutrale positie.
2. Omkeren werkingsrichting
Bij de pneumatische aandrijvingen kan de
werkingsrichting en daarmee de veilig-
heidspositie worden veranderd. aarvoor
moet in ieder geval de aandrijving van het
ventiel worden gedemonteerd.
e veiligheidspositie is met een symbool ge-
markeerd op de typeplaat.
Membraanstang uitgaand of
Membraanstang ingaand
Opgelet!
Bij de demontage van een aandrij-
ving met voorgespannen aandrijfve-
ren (herkenbaar aan verlengde
schroeven en moeren op de mem-
braankamers), altijd eerst de korte
en daarna langzaam en gelijkmatig
de lange schroeven losdraaien.
6
B 8311 NL
2. . Standaard aandrijving
Omkeren van membraanstang uitgaand in
membraanstang ingaand
Opmerking!
Aandrijvingen met 700 cm2 (slag = 30
mm) en veerbereiken van 0,2 ... 1 bar,
0,4 ... 2 bar en 0,6 ... 3 bar, die op ventie-
len met 15 mm slag zijn gemonteerd, kun-
nen qua werkingsrichting alleen worden ge-
wijzigd, als de standaard membraanstang
wordt vervangen door een 20 mm kortere
membraanstang (bestelnr. 0290-5266).
Door de verschillende slagen worden deze
aandrijvingen bij de montage op het ventiel
ongeveer 50% voorgespannen.
Daardoor verandert het nom. signaalbereik
(veerbereik) van 0,2 ... 1 bar in een stel-
drukbereik van 0,6...1 bar. Uit 0,4 ... 2 ont-
staat 1,2 ... 2 bar en uit 0,6 ... 3 ontstaat
1,8 ... 3 bar. et steldrukbereik staat bij op
het ventiel voorgespannen aandrijvingen
aangegeven op de typeplaat.
1. Schroeven (9) en moeren op de mem-
braanschalen uitschroeven.
2. Bovenste membraanschaal optillen en
veren (6) uitnemen.
3. Membraanstang (2) met membraan-
schotel (7) en membraan (8) uit het juk
(10) trekken.
4. Moer (1) afschroeven, daarbij via de
moer (1.1) tegenhouden of de mem-
braanstang met een geschikte sleutel
vastklemmen.
Voorzichtig: membraanstang op de lo-
catie van de afdichting niet beschadi-
gen.
Advertenties
Inhoudsopgave
