Veiligheidspositie:
Bij uitval van de steldruk bepalen de in de
bovenste en onderste membraankamer inge-
bouwde veren de werkingsrichting en daar-
mee de veiligheidspositie van de aandrij-
ving.
Membraanstang door veer uitgaand
Bij afname van de steldruk of bij uitval van
de hulpenergie bewegen de veren de mem-
braanstang naar beneden en sluiten het bij-
1
Moer
1.1 Moer
2
Membraanstang
3
Ont- en beluchtingsplug
4
Steldrukaansluiting
5
Bovenste
membraanschaal
6
Veren
6.1 Extra veren
7
Membraanschotel
8
Membraan
9
Schroeven, moeren
10
Juk met onderste
membraanschaal
11
Steldrukaansluiting
12
safdichtring
12.1 Drooglager
13
Schraapring
15
Ringmoer
andrijving type 3277 met 240, 350 en 700 cm
⋅
ig. 3
4
7
9
2
Steekmaat
bij
a
350 cm = 209 mm
700 cm = 246 mm
behorende ventiel.
Het ventiel wordt geopend bij toenemende
steldruk tegen de veerkracht in.
Membraanstang door veer ingaand
Bij afname van de steldruk of bij uitval van
de hulpenergie bewegen de veren de mem-
braanstang naar boven en openen het ven-
tiel.
Het ventiel wordt gesloten bij toenemende
steldruk tegen de veerkracht in.
1
5
6
1.1
Constructie en werking
3
6.1
8
12
12.1
11
10
12.1
15
13
16
B 8311 NL
3