Figuur 75
1. Snelkoppelslang A
2. Snelkoppelslang B
3.
Sluit de 2 opstartslangen op de defecte machine
aan op de slangen die zijn losgemaakt
76).
4.
Sluit de niet-gebruikte aansluitingen af.
Figuur 76
1. Losgemaakte slangen
5.
Sluit de twee slangen op de andere machine
aan op de koppeling die nog in de beugel van de
koppeling zit (sluit de bovenste slang aan op de
bovenste koppeling en de onderste slang op de
onderste koppeling)
6.
Sluit de niet-gebruikte aansluitingen af.
(Figuur
2. Opstartslangen
(Figuur
77).
1. Opstartslangen
7.
Hou alle omstanders uit de buurt van de
machines.
8.
Start de tweede machine en zet de hefhendel in
g009822
de stand Omhoog. De defecte laadbak wordt
nu opgehaald.
9.
Zet de hydraulische hefhendel in de
NEUTRAALSTAND
vergrendeling.
10.
Monteer de laadbakbeveiliging op
de uitgetrokken hefcilinder; zie
laadbakbeveiliging gebruiken (bladz.
42).
Opmerking:
machines uit en beweeg de hefhendel naar
voren en naar achteren om de druk in het
systeem op te heffen en de snelkoppelingen
gemakkelijker los te maken.
11.
Als u klaar bent, maakt u de opstartslangen los
en sluit u de hydraulische slangen aan op beide
machines.
Belangrijk:
hydraulische vloeistof in beide machines
voordat u uw werkzaamheden hervat.
g002429
65
Figuur 77
en zet deze vast met de
De
Zet de motoren van beide
Controleer het peil van de
g019543