– Het peil van de hydraulische vloeistof is te laag.
– De temperatuur van de hydraulische vloeistof
is te hoog.
– De pomp is niet ingeschakeld.
•
Er zijn hydraulische lekken.
– De fittings zijn los.
– De o-ring van de fitting ontbreekt.
•
Een werktuig functioneert niet.
– De snelkoppelingen zitten niet volledig vast.
– De snelkoppelingen zijn omgewisseld.
•
Er is een piepend geluid.
– Verwijder de klep die nog vergrendeld is in de
stand A
, waardoor er hydraulische vloeistof
AN
over de ontlastklep stroomt.
– De riem is los.
•
De motor start niet.
De hydraulische hendel is vergrendeld in de
.
VOORUITSTAND
39