5.10
Digitale ingangen
De digitale ingangen zijn ontworpen voor een gelijkspanning van 12 tot 30 volt voor logisch "High". Logisch "Low" komt
overeen met een spanning van minder dan 1 volt.
Digitale ingang
Afstelvrijgave
Meetbereikomschakeling
5.11
Stabiliteitscriteria bij de afstelling
Bij de afstelling wordt de celspanning op stabiliteit gecontroleerd. Deze controle werkt volgens de volgende
criteria:
Steeds de laatste meetwaarde wordt tussentijds opgeslagen. Als de volgende waarde buiten de tolerantie ligt, wordt
de interne timer gereset en de nieuwe waarde tussentijds opgeslagen. Dit betekent dus dat, als de timer niet is gereset,
de waarde stabiel is. Hiermee wordt de laatste gemeten waarde na afloop van de timer (2 min.) gebruikt voor de
berekening van de constanten resp. steilheid.
5.12
mA-uitgang reactietijd
De reactietijd van de mA-uitgang, bij een verandering van de O
5.13
Uitbreidingsmodule
Optioneel is de elektronica ook leverbaar met verschillende interfaces (RS232, RS485, HART, Fieldbus). Mocht u een
van deze opties hebben besteld, dan wordt bij de levering een apart handboek/aparte specificatie voor deze interface
meegeleverd.
5.14
Onderhoudsinterval
In het algemeen zijn de uit te voeren onderhoudswerkzaamheden evenals het noodzakelijke onderhoudsinterval altijd
afhankelijk van de rook- of procesgasomstandigheden waarin de meetsonde is gemonteerd. Daarom kan het juiste
onderhoudsinterval variëren van enkele maanden tot enkele jaren.
De grootste beïnvloedende factoren zijn de aanwezigheid van corrosieve bestanddelen zoals SO
aanhoudende reducerende atmosfeer (verminderde zuurstofconcentratie, verhoogde concentratie van brandbare
zaken) en de aard van de vaste bestanddelen in het meetgas. Deze kunnen de volgende gevolgen hebben: een
chemische of mechanische vernietiging van de sonde, een verstopping van het filterelement of een versnelde
veroudering van de sensor. Hierdoor kunnen de meetwaarden worden vervalst en kan de responsietijd worden
verhoogd, wat achteraf tot een onjuiste procesbewerking kan leiden.
Om deze redenen wordt een sensorcontrole met testgas en testlucht om de zes maanden aanbevolen. Bij een
significante afwijking tussen de verkregen waarden en de verwachte waarden moet een 2-puntsafstelling worden
uitgevoerd. Er moet minimaal jaarlijks een visuele controle aan de sonde worden uitgevoerd, waarbij zo nodig ook het
filterelement wordt gereinigd.
In afwijking van deze aanbevelingen moet de exploitant voor zijn proces en meetlocatie een geschikt
onderhoudsinterval definiëren dat passend is voor het veiligheidsbelang van de meting en de omstandigheden van het
proces.
8026732/AE00/V1-1/2021-04
Functie
Externe vrijgave voor het starten van de afstelling bij
ACAL
Inschakelen van het 2e O
2
-cel ingangsspanning bedraagt minder dan 200 ms.
2
GEBRUIKSAANWIJZING | ZIRKOR200
Service en onderhoud
-meetbereik
of HCl, een
2
37