Reiniging
De machine wassen
Reinig de machine indien nodig met alleen water of
een mild reinigingsmiddel. U kunt een vod gebruiken
wanneer u de machine wast.
Belangrijk:
Gebruik geen brak of teruggewonnen
water om de machine schoon te maken.
Belangrijk:
Gebruik nooit een hogedrukreiniger
om de machine schoon te maken.
Hogedrukreinigers kunnen het elektrische
systeem beschadigen, belangrijke stickers
losweken en noodzakelijk vet op wrijvingspunten
wegspoelen. Gebruik niet te veel water in de buurt
van het bedieningspaneel, de motor en de accu.
Belangrijk:
Reinig de machine niet terwijl de
motor loopt. De machine reinigen terwijl de motor
loopt kan interne motorschade veroorzaken.
Stalling
Veiligheid tijdens opslag
•
Doe het volgende voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Schakel de maai-eenheden uit en laat deze
zakken.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
– Laat de machine afkoelen voordat
u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Bewaar de machine en het brandstofvat niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of een ander
toestel) aanwezig kunnen zijn.
De tractie-eenheid
gebruiksklaar maken
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Reinig de tractie-eenheid, de maai-eenheden en
de motor grondig.
3.
Controleer de bandenspanning; zie
Bandenspanning controleren (bladz.
4.
Controleer of alle bevestigingsmiddelen
vastzitten; zet ze vast indien nodig.
5.
Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of
olie. Neem overtollig vet op.
6.
Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of
geroest, moeten licht geschuurd en bijgewerkt
worden. Eventuele deuken in de metalen
carrosserie uitdeuken.
De motor gebruiksklaar
maken
1.
Laat de olie uit de motor lopen en plaats de
aftapplug.
2.
Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats
een nieuw oliefilter.
3.
Vul de motor met de opgegeven motorolie.
4.
Start de motor en laat deze ongeveer twee
minuten stationair lopen.
61
48).