Indicatielampje transmissie in vrijstand
Het indicatielampje transmissie in vrijstand gaat
branden als de tractiepedalen in de N
staan en het contactsleuteltje op D
(Figuur
17).
Opmerking:
Het indicatielampje transmissie in
vrijstand gaat pas branden als u de parkeerrem in
werking stelt.
Figuur 17
1. Indicatielampje transmissie in vrijstand
Indicatielampje motor voorgloeien
Draai het contactsleuteltje op V
Het indicatorlampje voor het voorverwarmen van
de motor gaat branden en de gloeibougies worden
ingeschakeld om een koude motor te helpen starten.
(Figuur
18).
Belangrijk:
Tracht u een koude motor te starten
zonder voor te gloeien, dan kan de accu onnodig
slijten.
Figuur 18
1. Indicatielampje voorverwarmen motor
EUTRAALSTAND
staat
RAAIEN
g348167
.
OORVERWARMEN
g348166
Tractiepedalen
Vooruitrijden: Druk het tractiepedaal voor vooruit in
om de machine vooruit te rijden en de rijsnelheid te
verhogen. Laat het pedaal opkomen om de rijsnelheid
te verminderen
(Figuur
Achteruitrijden: Druk het tractiepedaal voor achteruit
in om de machine achteruit te rijden en de rijsnelheid
te verhogen. Laat het pedaal opkomen om de
rijsnelheid te verminderen
Stoppen (neutraal): Om de machine te stoppen,
volgt u 1 van de volgende procedures:
•
Laat het tractiepedaal opkomen en weer
terugkeren naar de neutraalstand. De machine
remt dynamisch en komt vloeiend tot stilstand.
•
Tik het tegenoverliggende pedaal aan of houd het
kort ingedrukt – hierdoor stopt de machine sneller
dan bij dynamisch remmen.
1. Tractiepedaal voor
achteruit
Verstelbare stuurkolom
Stel het wiel en de stuurkolom alleen in wanneer
de machine geparkeerd staat op een horizontaal
oppervlak.
1.
Om het stuurwiel te kantelen, drukt u het pedaal
in.
2.
Breng de stuurkolom in de meest comfortabele
positie en laat het pedaal los
13
19).
(Figuur
19).
Figuur 19
2. Tractiepedaal voor vooruit
(Figuur
20).
g014420