Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brandstof Tanken; Werking Van De Dodemansinrichting - Toro LT2240 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor LT2240:
Inhoudsopgave

Advertenties

Brandstof (cont'd.)
EN 590
ISO 8217 DMX
JIS K2204 Grade No. 2
KSM-2610
Gebruik uitsluitend schone, verse diesel of
biodiesel.
Koop brandstof in hoeveelheden die u binnen
180 dagen kunt gebruiken zodat u altijd verse
brandstof heeft.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7 °C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
beneden -7 °C.
Opmerking:
Gebruik van winterdieselbrandstof bij
lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een
lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Gebruik bij temperaturen boven -7 °C zomer- in plaats
van winterdieselbrandstof om de brandstofpomp
langer te laten meegaan en meer vermogen te
ontwikkelen.
Biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
diesel).
Zwavelgehalte: ultralaag (<15 ppm)
Biodiesel specificatie: ASTM D6751 of EN 14214
Gemengde brandstof specificatie: ASTM D975,
EN 590, of JIS K2204
Belangrijk:
Het aandeel diesel moet een ultralaag
zwavelgehalte hebben.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
Biodieselmengsels kunnen gelakte oppervlakken
beschadigen.
Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met
een lager percentage in koud weer.
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen,
die in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
Nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel
kan het brandstoffilter een tijdlang verstopt raken.
Neem voor verdere informatie over biodiesel
contact op met een erkende Toro distributeur.
EU
Internationaal
Japan
Korea

Brandstof tanken

1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden neer, zet
de motor af, stel de parkeerrem in werking en
verwijder het sleuteltje.
2.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon. Gebruik hiervoor een
schone doek.
3.
Verwijder de dop van de brandstoftank
28).
1. Dop van brandstoftank
4.
Vul de brandstoftank tot 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis.
5.
Draai de tankdop na het vullen stevig vast.
Opmerking:
gebruik indien dit mogelijk is. Dit beperkt
mogelijke condensvorming in de brandstoftank
tot een minimum.
Werking van de
dodemansinrichting
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
WAARSCHUWING
De machine gebruiken wanneer de
dodemansinrichtingen niet naar behoren
werken, kan persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik de maaimachine nooit als de
dodemansinrichtingen niet naar behoren
werken. U moet defecte of versleten
onderdelen altijd vervangen, en controleren
of onderdelen goed werken voordat u de
machine gaat gebruiken.
19
Figuur 28
Vul de brandstoftank na elk
(Figuur
g348181

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

31654

Inhoudsopgave