Koelfunctie
Voor het gebruik van koelbedrijf
moet de warmtepomp-manager
in de bedrijfsmodus "Koelen"
worden geschakeld (vrijgave van
de koelmodus). Verder moeten
de basisparameters voor het
koelbedrijf op "AAN" worden
ingesteld en minimaal één van
de beide verwarmingscircuits
actief worden geschakeld voor de
koelfunctie. De warmtepomp heeft
via een koelwater-bufferreservoir
een geschikt koudereservoir voor de
verwarmings-/koelcircuits. Deze moet
door een hydraulische koppeling via
een koelwater-bufferreservoir worden
verzorgd (zie hydraulische schema's).
Twee-leidingsysteem (gecombineerd
verwarmings-/koelcircuit)
Er bestaat in principe de
mogelijkheid met één en hetzelfde
circuit te verwarmen of te koelen.
In dat geval moet een geschikt
verdeelsysteem, en voor het
koelbedrijf eveneens een geschikte
individuele ruimteregeling,
aanwezig zijn. Een voorbeeld
hiervan zijn ventilatorconvectoren.
Koeling via een vloerverwarming of
een ander vlakverwarmingssysteem
is mogelijk. Het koeleffect is echter
geringer, omdat geen ontvochtiging
van de ruimtelucht kan en mag
plaatsvinden. In dat geval moet
de koelretour-richttemperatuur
zo hoog worden ingesteld, dat
geen dauwpuntonderschreiding te
verwachten is (zie Specialisten
Koelbedrijf R-RL koelen.
!
LET OP
Bij de toepassing van vloer-/
wandkoeling moet de
koelretour-richttemperatuur
boven het dauwpunt worden
ingesteld (ca. 15 °C).
Vier-leidingsysteem (separaat
verwarmingscircuit en separaat koelcircuit)
De warmtepomp heeft o.a. een
uitgang voor het aansluiten van een
koelcirculatiepomp en een uitgang
voor een omschakelklep "Koelen".
Hiermee kan een separaat
koelcircuit worden gerealiseerd.
Met ventilatorconvectoren kan zo
in de zomer uitsluitend voor koeling
worden gezorgd.
Regelalgoritme
De regelsensor voor de koeling is
de retoursensor F17.
Een aanvraag/vrijgave van
de koeling kan altijd alleen
plaatsvinden voor het
verwarmingscircuit waarvoor
koeling is geactiveerd. Dit kan
zowel weersafhankelijk als
ruimtetemperatuurafhankelijk of in
combinatie van beiden regelmodi
plaatsvinden.
Weersafhankelijke vrijgave van
het koelbedrijf:
Het koelbedrijf wordt bij
overschrijden van de ingestelde
buitentemperatuur (zie Gebruiker
Verwarmingscircuit 1/2
T-buiten koelen) gestart. Komt
de actuele buitentemperatuur 1K
onder deze ingestelde waarde,
wordt de koelfunctie gestopt.
OPMERKING
Het beste koeleffect bereikt u
met ventilatorconvectoren
REMKO leverprogramma KWD-S,
WLT-S en KWK. Met deze
apparaten wordt de ruimtelucht
afgekoeld, in beweging gebracht
en ontvochtigd. Er moet op
worden gelet dat vanwege de
extra ontvochtigingscapaciteit
de buizen van het koelcircuit
waterdampdicht moeten worden
geïsoleerd!
Ruimtetemperatuurafhankelijke
vrijgave van het koelbedrijf:
De ruimtetemperatuurafhankelijke
vrijgave van de koeling is
alleen mogelijk met een digitale
afstandsbediening. Het koelbedrijf
wordt bij overschrijden van de
ingestelde ruimtetemperatuur (zie
Gebruiker
Verwarmingscircuit
1/2 T-ruimte koelen) gestart. Komt
de actuele ruimtetemperatuur 2K
onder deze ingestelde waarde,
wordt de koelfunctie gestopt.
Gecombineerde vrijgave:
Worden weersafhankelijke en
ruimtetemperatuurafhankelijke
koeling geactiveerd, moet aan
beide vrijgavevoorwaarden voor
de start van de koelfunctie zijn
voldaan.
Instellen van vermogen van
warmtepomp bij koelbedrijf:
Is de temperatuur bij sensor F17
niet meer dan 2K warmer dan de
koelretour-richttemperatuur, draait
de warmtepomp tijdens koelbedrijf
met een richt-vermogen van 50%
(5V-signaal resp. vermogeninstelling
4). Bij een hoge koellast
schakelt de warmtepomp naar
vermogeninstelling 7 (10V-signaal
resp. maximale vermogen). Hiervoor
moet sensor F17 minimaal 2K
warmer zijn dan de koelretour-
richttemperatuur. Wordt deze later
bereikt, schakelt de warmtepomp
weer terug naar 50% vermogen en
pas weer uit als sensor F17 2K kouder
zie
is geworden dan de koelretour-
richttemperatuur (zie Specialisten
Koelbedrijf T-RL koelen.
Ontstaat een warmwatervraag,
wordt de koeling gedurende de
warmwaterbereiding onderbroken.
Het koelcircuit wordt echter
nog steeds via het koudwater-
bufferreservoir gevoed.
7