REMKO
Niveau 4 - SPECIALIST - Beschrijving van de parameters en instelwaarden - Vervolg
Cascade - Vervolg
Omschrijving
Waardebereik
WE Serie 1+2
Seriemodus
Seriewisseling
Schakelblokkering
00 min.-120 min.
Warmtepomp
Voor het bedrijf van warmtepompen zijn verscheidene beveiligingsfuncties (bijv. teruglooptemperatuursbewaking) nodig
en bovendien functies voor het effectief gebruik ervan (monovalent-/bivalent gebruik), die hier ingesteld c.q. geactiveerd
kunnen worden (Alleen bij de keuze WE 1 type = 07 (warmtepomp) (zie specialistenmenu
Omschrijving
Waardebereik
Max T-RL WP
30,0°C-110,0°C
Min T-RL WP
0,0°C-20,0°C
Max TA WE
-20,0°C-40,0°C
Min TA WP
-30,0°C-10,0°C
34
WARMTEPOMP-MANAGER MULTITALENT & MULTITALENT PLUS
Fabrieksinstelling
Tijdelijk
1/2 Wissel
WE Serie 1
Roterend
Sortering
00 u-800 u
00 u
00 min.
Fabrieksinstelling
60,0°C
5,0°C
-5,0°C
-18,0°C
Beschrijving
• Alleen WE Serie 1.
• Alleen WE Serie 2.
• Tijdelijk (wisselt tussen serie 1 en 2 naar gelang
de bedrijfsuren van de eerste WE van de actieve serie).
• 1/2 Wissel (Omschakeling voor warmtegeneratoren met
verschillend nominaal vermogen: Als de 2e WE wordt bijge-
schakeld, wordt de 1e WE tot de volgende bijschakeling uit
bedrijf genomen).
• Roterend (de eerste WE van de serie wordt na afloop van
de seriewissel-tijd op de laatste positie van de actuele serie
gezet).
• Sortering (nieuwe WE-serie door automatische sortering
volgens bedrijfsuren bij seriewissel).
Zie beschrijving specialistenmenu
Zie beschrijving specialistenmenu
Beschrijving
Instellen van de maximale teruglooptemperatuur van de in-
stallatie [voeler 17].
Als de hier ingestelde temperatuur wordt bereikt, worden
alle warmtepompen van de installatie uitgeschakeld.
De warmtepompen worden weer ingeschakeld, als de te-
ruglooptemperatuur de hier ingestelde waarde met 5K heeft
onderschreden.
Instellen van de minimale teruglooptemperatuur van de in-
stallatie [voeler 17].
Als de hier ingestelde temperatuur wordt onderschreden,
worden alle warmtepompen van de installatie uitgeschakeld.
De warmtepompen worden weer ingeschakeld, als de te-
ruglooptemperatuur de hier ingestelde waarde met 3K heeft
overschreden.
Instellen van het bivalentiepunt.
Als de buitentemperatuur kouder is dan deze instelwaarde,
dan wordt de 2e warmtegenerator vrijgegeven. Deze
schakelt in als de modulatiegraad (richtvermogen) 100% is.
(Onderste toepassingsgrens)
Instellen van het alternatief bivalentpunt.
(Onderste toepassingsgrens van de warmtepomp in relatie
tot de buitentemperatuur).
Als de buitentemperatuur de hier ingestelde waarde
onderschrijdt, dan worden alle warmtepompen geblokkeerd
en loopt de installatie met alleen de conventionele
warmtegeneratoren.
Warmtegenerator.
Warmtegenerator.
configuratie)).