6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Overige instellingen -
stoorsignaalonderdruk-
king
50
De gekopieerde data worden in een EEPROM-geheugen in de
display- en bedieningsmodule permanent opgeslagen en blijven
ook behouden bij uitval van de voedingsspanning. Deze kunnen
van daaruit in één of meerdere sensoren worden geschreven of als
data-backup voor een eventuele latere vervanging van de elektronica
worden bewaard.
Opmerking:
Voor het opslaan van de gegevens in de sensor wordt voor de ze-
kerheid gecontroleerd, of de gegevens bij de sensor passen. Daarbij
worden het sensortype van de brongegevens en de doelsensor
aangegeven. Indien de gegevens niet passen, volgt een foutmelding
of wordt de functie geblokkeerd. Opslaan gebeurt pas na de vrijgave.
De volgende omstandigheden veroorzaken stoorreflecties en kunnen
de meting beïnvloeden:
•
Hoge sokken
•
Ingebouwde delen in de tank, zoals versterkingen
•
Roerwerken
•
Aanhechtingen of lasnaden aan tankwanden
Opmerking:
Een stoorsignaalonderdrukking registreert, markeert en bewaart deze
stoorsignalen, zodat deze voor de niveaumeting worden genegeerd.
Dit moet bij een zo laag mogelijk niveau worden uitgevoerd, zodat
eventueel aanwezige storende reflecties kunnen worden geregi-
streerd.
Ga als volgt tewerk:
1. Met [->] het menupunt "Stoorsignaalonderdrukking" kiezen en
met [OK] bevestigen.
2. Driemaal met [OK] bevestigen en de werkelijke afstand van de
sensor tot het oppervlak van het product invoeren.
3. Alle in dit bereik aanwezige stoorsignalen worden nu na bevesti-
gen met "OK" door de sensor geregistreerd en opgeslagen.
VEGAPULS 69 • Profibus PA