•
Voer een herstel regeneratie uit als het
motorvermogen lager wordt en geparkeerde
regeneratie niet voldoende is om het roet uit het
DPF te branden.
•
Herstel regeneratie kan tot 4 uur duren.
•
De herstel regeneratie moet door een monteur van
de distributeur worden uitgevoerd, neem contact
op met uw erkende Toro distributeur.
Cruise control gebruiken
Met de schakelaar van de cruise control vergrendelt u
het pedaal zodat de gewenste rijsnelheid behouden
wordt. Druk op de achterzijde van de schakelaar om
de cruise control uit te schakelen. Met de middelste
stand van de schakelaar wordt de cruise control
ingeschakeld en met de voorzijde van de schakelaar
kan de gewenste rijsnelheid worden ingesteld.
Opmerking:
Druk het rempedaal in of zet het
tractiepedaal achteruit gedurende 1 seconde om de
cruise control uit te schakelen.
De toerentalschakelaar
gebruiken
Met de toerentalschakelaar kunt u het toerental op
2 manieren veranderen. Door op de schakelaar te
tikken kan het toerental in stappen van 100 tpm
worden verhoogd of verlaagd. Hou een zijde van de
schakelaar ingedrukt om de motor automatisch in
of
stationair te schakelen.
HOOG
LAAG
Maaisnelheid afstellen
Supervisor (beveiligd menu)
Laat de supervisor toe om de maximale snelheid in te
stellen (50, 75 of 100%) waarmee de bestuurder kan
maaien (laag bereik).
Zie
De bediening van het InfoCenter gebruiken (bladz.
17)
voor de procedure om de maaisnelheid in te
stellen.
Gebruiker
Laat de gebruiker de maximale maaisnelheid (laag
bereik) instellen, binnen de voorinstellingen van
de supervisor. Druk op de middelste knop (
pictogram) in het welkomstscherm of hoofdscherm
van het InfoCenter om de snelheid aan te passen.
Opmerking:
Bij heen en weer schakelen tussen het
lage en het hoge bereik zullen de instellingen naar de
vorige instelling worden geschakeld. De instellingen
worden gereset als de machine wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
Deze functie kunt u ook samen met
cruise control gebruiken.
Transportsnelheid afstellen
Supervisor (beveiligd menu)
Laat de supervisor toe om de maximale snelheid in te
stellen (50, 75 of 100%) waarmee de bestuurder kan
rijden (hoog bereik).
Zie
De bediening van het InfoCenter gebruiken (bladz.
17)
voor de procedure om de transportsnelheid in te
stellen.
Gebruiker
Laat de gebruiker de maximale rijsnelheid (hoog
bereik) instellen, binnen de voorinstellingen van
de supervisor. Druk op de middelste knop (
pictogram) in het welkomstscherm of hoofdscherm
van het InfoCenter om de snelheid aan te passen.
Opmerking:
Bij heen en weer schakelen tussen het
lage en het hoge bereik zullen de instellingen naar de
vorige instelling worden geschakeld. De instellingen
worden gereset als de machine wordt uitgeschakeld.
Opmerking:
Deze functie kunt u ook samen met
cruise control gebruiken.
43