2.
Draai een maaimes van het middelste maaidek
en een naastgelegen mes van een zijmaaidek
zodanig dat de randen van de messen in een lijn
staan. Meet de afstand tussen de mespunten
(Figuur
26).
Opmerking:
De afstand moet ongeveer 10 tot
16 mm zijn
3.
Om de afstand in te stellen, gaat u naar de
afstelbout op de achterste scharnierverbinding
van het maaidek
4.
Draai de contramoer op de afstelbout los.
5.
Zet de afstelbouten losser of vaster totdat de
afstand 10 tot 16 mm bedraagt en draai daarna
de contramoer weer vast.
6.
Herhaal de procedure aan de andere kant van
het maaidek.
1. Afstelbout
Ongelijk afgestelde
maaidekken gelijkstellen
In verband met verschillen in gazoncondities
en de instellingen van het tegengewicht van de
tractie-eenheid, zou u een deel van gazon moeten
maaien en het uiterlijk ervan controleren voordat u het
volledige gazon echt gaat maaien.
1.
Stel alle maaidekken in op de gewenste
maaihoogte; zie
26).
Figuur 26
(Figuur
27).
Figuur 27
2. Contramoer
De maaihoogte instellen (bladz.
2.
Controleer of de voor- en achterbanden
een spanning van 1,72 tot 2,07 bar hebben.
Indien nodig moet u ze oppompen totdat de
bandenspanning correct is.
3.
Controleer of de banden van alle zwenkwielen
een spanning van 3,45 bar hebben.
4.
Controleer met behulp van de hydraulische
testpoorten de druk van de lading en het
tegengewicht met de motor in
Opmerking:
22,41 bar.
5.
Controleer op kromme messen; zie
op kromme messen (bladz.
6.
Maai het gras in een testgebied om te
g004821
controleren of alle maaidekken op dezelfde
hoogte maaien.
7.
Als de maaidekken nog moeten worden
afgesteld, zoek dan een vlak oppervlak met een
liniaal van minstens 2 meter.
8.
Om het mesvlak gemakkelijker te meten, moet u
de maaihoogte instellen op 7,6 tot 10,1 cm; zie
De maaihoogte instellen (bladz.
9.
Laat de maaidekken op een vlak oppervlak
zakken en verwijder de kappen van de
bovenzijde van de maaidekken.
10.
Draai de flensmoer los waarmee de spanpoelie
is vastgezet, om de riemspanning op elk
maaidek te verminderen.
Het middelste maaidek instellen
1.
Draai het mes op elke as totdat de uiteinden in
de lengterichting liggen.
2.
Meet de afstand van de grond tot de voorste
rand van het mes.
g009439
3.
Stel de opvulstukken (3 mm) op de voorste
zwenkwielvork(en) in naargelang de
maaihoogtesticker
van het maaidek afstellen (bladz.
30
HOOG STATIONAIR
Stel het tegengewicht af op
Controleren
74).
26).
(Figuur
28); zie
Schuinstand
72).
.