Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Brandstoffilter vervangen.
Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij
de kortste periode aan)—Brandstofleidingen
controleren.
1.
Stel de parkeerrem in werking, schakel de
pomp uit, zet de motor af en verwijder het
contactsleuteltje.
2.
Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
3.
Klem de slangen af aan beide zijden van het
brandstoffilter om te voorkomen dat er benzine
uit de slangen stroomt als u het filter verwijdert.
4.
Plaats een opvangbak onder het filter.
5.
Druk de uiteinden van de slangklemmen naar
elkaar toe en schuif ze weg van het filter
46).
6.
Trek het filter uit de brandstofslangen.
Figuur 46
1. Slangklem
2. Brandstofslang
7.
Monteer een nieuw filter en schuif de
slangklemmen terug tot dicht bij het filter.
Zorg ervoor dat de pijl voor de stroomrichting
naar de motor wijst.
(Figuur
g001986
3. Filter
4. Pijl voor stroomrichting
Onderhoud uitvoeren aan
de van de koolstofhouder
Het luchtfilter voor de
koolstofhouder inspecteren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Inspecteer de opening onderaan het luchtfilter voor de
koolstofhouder en zorg ervoor dat deze vrij is van vuil
en verstopping
(Figuur
1. Opening van luchtfilter
2. Koolstofhouderfilter
3. Slang
Het filter van de koolstofhouder
vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
1.
Verwijder de geribde aansluiting van het
koolstofhouderfilter van de slang onderaan de
koolstofhouder. Verwijder het filter
Opmerking:
2.
Steek de geribde aansluiting van het nieuwe
koolstofhouderfilter helemaal in de slang
onderaan de koolstofhouder.
54
47).
Figuur 47
4. Koolstofhouder
5. Brandstoftank
(Figuur
Gooi het oude filter weg.
g033149
47).