VOORZICHTIG
De onderdelen onder de stoel zullen heet
zijn als de spuitmachine in gebruik is
geweest. U kunt zich verbranden als u
hete onderdelen aanraakt.
Laat de machine afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert of
onderdelen onder de motorkap aanraakt.
4.
Plaats een opvangbak onder de aftapplug.
5.
Verwijder de aftapplug
Figuur 43
1. Oliefilter
6.
Als alle olie is afgetapt, plaatst u de aftapplug
terug en zet u deze vast met 13,6 N·m.
7.
Geef de oude olie af bij een erkend
inzamelcentrum.
8.
Giet ca. 80% van de gespecificeerde
hoeveelheid olie langzaam in de vulbuis
42).
9.
Controleer het oliepeil.
10.
Giet langzaam extra olie bij totdat het oliepeil de
V
-markering op de peilstok bereikt.
OL
Belangrijk:
Het carter nooit te vol vullen
met olie. Hierdoor kan de motor worden
beschadigd.
Het motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
1.
Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg
Motorolie verversen (bladz.
2.
Verwijder het oliefilter
3.
Veeg het oppervlak van de pakking voor het
filtertussenstuk schoon.
(Figuur
43).
g023045
2. Olieaftapplug
(Figuur
51), stap
1
tot 7.
(Figuur
43).
4.
Smeer een dun laagje schone olie op de
rubberen pakking van het nieuwe filter.
5.
Plaats het nieuwe filter op het filtertussenstuk.
Draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen
pakking contact maakt met het filtertussenstuk.
Draai het filter vervolgens nog eens ½ slag
(Figuur
43).
6.
Vul het carter met het juiste type nieuwe olie;
zie
Motorolie verversen (bladz.
tot en met 10.
7.
Het gebruikte oliefilter afgeven bij een erkende
inzamelplaats.
Bougies vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Type: Champion RC-12YC (of equivalent type)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u
de bougies monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougies en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Bougies verwijderen
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking, schakel de
spuitpomp uit, zet de motor af en verwijder het
sleuteltje.
2.
Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
3.
Maak de kabels los van de bougies
4.
Maak de omgeving van de bougie schoon om
te voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
5.
Verwijder de bougies en de metalen
pakkingringen.
52
51), stappen
8
(Figuur
44).