Onderhoud motor
Veiligheid van de motor
U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil
controleert of het carter bijvult met olie.
Het luchtinlaatrooster
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Het
roterende motorscherm controleren.
Om de 100 bedrijfsuren—Het roterende
motorscherm reinigen (vaker in stoffige, vuile
omstandigheden).
Indien nodig dient u het luchtinlaatrooster op de
voorkant van de motor vóór elk gebruik of dagelijks te
controleren en te reinigen.
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode
aan) (vaker in stoffige, vuile
omstandigheden).
Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij
de kortste periode aan) (vaker in stoffige, vuile
omstandigheden).
Schuim- en papierelement
verwijderen
1.
Stel de parkeerrem in werking, schakel de
pomp uit, zet de motor af en verwijder het
contactsleuteltje.
2.
Maak de vergrendeling op de achterzijde van de
bestuurdersstoel los en klap deze naar voren.
3.
Maak de omgeving van het luchtfilter schoon
om te voorkomen dat vuil in de motor komt en
schade veroorzaakt
(Figuur
39).
1. Luchtfilterdeksel
2. Knop
3. Dekselmoer
4. Kap
4.
Draai de knop op luchtfilterdeksel los en
verwijder het deksel
5.
Schuif het schuimelement voorzichtig van het
papierelement af
6.
Dekselmoer losdraaien en deksel en papierfilter
verwijderen
(Figuur
Schuimelement reinigen
1.
Was het schuimfilter in warm water met vloeibare
zeep.
2.
Als het element schoon is, moet u het grondig
uitspoelen.
3.
Schuimfilter in een schone doek wikkelen en
droogknijpen.
4.
Giet 30 tot 59 ml olie op het filterelement
40).
Belangrijk:
Vervang het schuimelement als
het gescheurd of versleten is.
1. Schuimelement
5.
Knijp in het filter om de olie te verdelen.
50
Figuur 39
5. Schuimelement
6. Papierelement
7. Rubberen afdichting
8. Basis van het luchtfilter
(Figuur
39).
(Figuur
39).
39).
Figuur 40
2. Olie
g001980
(Figuur
g001981