4)
Markering
II 2 G of II (2) G
–40 °C ≤ Ta ≤ +55 °C
- type
IFT9701**N*W**
IFT9701**(N of D)*Y**
IFT9703*C*N*W**
IFT9703*C*(N of D)*Y**
5)
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik / Instructies voor installatie van IFT9701 of IFT9703.
5.1)
Bij toepassing van de transmitter in een lagere omgevingstemperatuur dan –20 °C moeten geschikte kabels
en kabel- of leidingingangen worden gebruikt die voor deze omstandigheden zijn gecertificeerd.
5.2)
Voor installatie buiten de explosiegevaarlijke zone mogen fittingen voor kabelingangen worden gebruikt die
niet geclassificeerd zijn als EEx e voor verhoogde veiligheid.
5.3)
Om potentiaalvereffening te realiseren, moet de geleider voor de aardklem van de transmitter worden
verbonden met de juiste aardklem binnen de explosiegevaarlijke zone, met gebruikmaking van een
potentiaalvereffeningsleiding.
5.4)
Het niet-intrinsiek veilige gedeelte van de transmitter mag alleen worden aangesloten op instrumenten
waarop geen hogere spanning staat dan 250 V.
5.5)
Voor types IFT9701**N*W** en IFT9703*C*N*W**
Waarschuwing — EEx d mag niet worden geopend binnen 2 minuten nadat de voeding is uitgeschakeld.
ATEX installatie-instructies EB-20000373 rev. C
Model IFT9701/IFT9703 transmitters
- beveiligingstype
EEx de [ib] IIB/IIC T6
[EEx ib] IIB/IIC
EEx de [ib] IIB/IIC T6
[EEx ib] IIB/IIC
65