Model 3500 naar CMF, F, H, R, CNG en T sensors met kernprocessor
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik:
1. De transmitter moet buiten de explosiegevaarlijke zone worden
geïnstalleerd in een behuizing met een minimale beschermingsgraad
van IP 20 volgens IEC Publicatie 529.
2. De transmitter moet zodanig worden geïnstalleerd dat er minstens
3 mm ruimte is tussen blootgestelde onderdelen van de intrinsiek
veilige schakelingen en metalen onderdelen van de behuizing, en
minstens 6 mm tussen blootgestelde onderdelen van de intrinsiek
veilige schakelingen en blootgestelde onderdelen van de niet-intrinsiek
veilige schakelingen.
3. Bij type 3500*****A1B**** moeten de aansluitklemmen voor
uitwendige intrinsiek veilige schakelingen zodanig worden
aangebracht, dat de afstand tussen deze klemmen en die van niet-
geïsoleerde stroomdraden van niet-intrinsiek veilige schakelingen
minstens 50 mm bedraagt, of dat zij in overeenstemming met
EN 50020 clausule 6.4.1 door een zener barrière worden gescheiden.
Entiteitsparameters I.S. 3500 uitgangen
naar kernprocessor
Vdc
Explosiegevaarlijke zone
EEx ib IIB / IIC
Zie typeplaat sensor voor volledige
beveiligingsclassificatie.
Entiteitsparameters 4-draads I.S. en
niet-vonkende kernprocessor
Vdc
Opmerkingen bij de installatie:
Parametergrenzen bijbehorende apparatuur
* De totale Ci is gelijk aan de som van alle Ci-waarden van alle apparaten in het netwerk.
Ckabel is de totale capaciteit van alle bekabeling in het netwerk.
* De totale Li is gelijk aan de som van alle Li-waarden van alle apparaten in het netwerk.
Lkabel is de totale inductie van alle bekabeling in het netwerk.
Als de elektrische parameters van de kabel niet bekend zijn, kunt u de volgende waarden
gebruiken:
Capaciteit kabel = 197 pF/m
Inductie kabel = 0,66 μH/m
Dit instrument mag niet worden aangesloten op een bijbehorend apparaat dat ten opzichte
van de aarde meer dan 250 Vrms gebruikt of genereert.
ATEX installatietekeningen
3500 IN EXPLOSIEVEILIGE ZONE NAAR SENSOR IN EXPLOSIEGEVAARLIJKE ZONE
3500 Intrinsiek
veilige connector
VDC+
De maximale kabellengte
wordt bepaald door de
entiteitsparameters en de
maximale kabelinductie.
4-draads
I.S. kabel
VDC–
of
VAC
VDC
De maximale kabellengte
4-draads
wordt bepaald door de
I.S.
entiteitsparameters en de
kabel
maximale kabelinductie.
Op sensor
gemonteerde
kernprocessor
VDC+
Dit instrument heeft een inwendige
en uitwendige klem voor extra
aardverbinding. Deze klem kan worden
VDC–
gebruikt als plaatselijke voorschriften of
instanties een dergelijke verbinding
toestaan of vereisen.
Model 3500 transmitters
Expl. veilige zone
[EEx ib] IIB
of
[EEx ib] IIC
Model 3500
Aansluiting Micro Motion
massaflowmeter systeem
voor intrinsiek veilige
werking.
Elektronica: 3500
EB-20000251 rev. C
19