Figuur 149
1. Linker rempedaal
2. Rechter remkabel
4.
Om de speling van de rempedalen te
verminderen, moet u de achterste contramoer
vastdraaien om de kabel naar achteren te halen
totdat de rempedalen 0 tot 13 mm speling
hebben.
Opmerking:
Zorg ervoor dat er geen spanning
op de remkabel is als het pedaal wordt
losgelaten.
5.
Draai de voorste contramoer aan nadat de
remmen correct zijn afgesteld.
6.
Herhaal indien nodig stap
andere remkabel.
g370513
g370514
3. Contramoeren
4. Voorzijde van de machine
3
tot en met
5
aan de
Onderhoud riemen
Onderhoud van de riem van
de wisselstroomdynamo
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer de conditie en de spanning van de riemen
(Figuur
150) om de 100 bedrijfsuren.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Open de motorkap; zie
(bladz.
57).
3.
De conditie van de riem van de dynamo
controleren.
Opmerking:
beschadigde riem.
4.
De spanning van de drijfriem controleren.
Opmerking:
wanneer de riem 10 mm doorbuigt als u
halverwege tussen de poelies op de riem drukt
met een kracht van 45 N.
5.
Indien de riem meer of minder dan 10 mm
doorbuigt, draai dan de montagebouten van de
alternator los
(Figuur
1. Montagebout
6.
Verhoog of verminder de spanning van de
riem van de wisselstroomdynamo en draai de
montagebouten vast.
7.
Controleer nogmaals de indrukking van de riem
om zeker van te zijn dat de spanning correct is.
82
De motorkap openen
Vervang een versleten of
De riemspanning is correct
150).
Figuur 150
2. Wisselstroomdynamo
g370515