Trefwoordenlijst
Analoog: Geluid dat niet in cijfers omgezet is.
Analoog geluid varieert, terwijl digitaal geluid vaste
numerieke waardes heeft. Deze aansluitbussen sturen
geluid via twee kanalen: het linker en rechter.
AUDIO OUT -uitgangen: Uitgangen op de
achterkant van het dvd-systeem die audiosignalen naar
een ander systeem (tv, stereo-installatie enzovoort)
sturen.
Beeldverhouding: De verhouding tussen breedte
(horizontale maat) en de hoogte (verticale maat) van
een weergegeven beeld. Bij gewone tv's is de
horizontaal /verticaal-verhouding 4:3 en bij breedbeeld
is dit 16:9.
Bemonsteringsfrequentie: Frequentie voor het
bemonsteren van data wanneer analoge data
geconverteerd worden in digitale data. De
bemonsteringsfrequentie geeft numeriek weer hoe
vaak het oorspronkelijke analoge signaal per seconde
bemonsterd wordt.
Bitsnelheid: De hoeveelheid data die gebruikt wordt
om een bepaalde tijdsduur aan muziek vast te leggen;
dit wordt uitgedrukt in kilobits per seconde of kbps.
Of ook, de snelheid waarmee u opneemt. In het
algemeen geldt: hoe hoger de bitsnelheid oftewel hoe
hoger de opnamesnelheid, hoe beter de
geluidskwaliteit. Bij hogere bitsnelheden wordt echter
meer diskruimte gebruikt.
'Clear Voice': Deze functie zorgt ervoor dat de
digitale soundprocessor de dynamiek van de stemmen
in filmdialogen op alle 5 de surround-kanalen
extraheert zonder in te boeten aan nauwkeurigheid
van de richting of weidsheid van het surround-geluid.
Composiet video-uitgangen: Uitgangen op de
achterkant van het dvd-systeem die hoogwaardige
videosignalen naar een tv met composiet video-
ingangen (R/G/ B, Y/Pb/Pr enzovoort) sturen.
Digitaal: Geluid dat geconverteerd is in numerieke
waardes. Digitaal geluid is beschikbaar als u de
aansluitingen DIGITAL AUDIO OUT COAXIAL of
OPTICAL gebruikt. Deze aansluitingen sturen de
audiosignalen via meerdere kanalen in plaats van
slechts twee kanalen zoals bij analoog.
Diskmenu: Een scherm waarin de verschillende
mogelijkheden voor beeld, geluid, ondertitels,
camerahoeken enzovoort, die op de dvd opgenomen
zijn, gekozen kunnen worden.
Dolby Digital: Een surround sound-systeem
ontwikkeld door de Dolby Laboratories met zes
kanalen digitaal geluid (voor links en rechts, surround
links en rechts, en midden).
DTS: Digital Theatre Systems. Dit is een surround
sound-systeem, maar anders dan Dolby Digital. Beide
formaten werden door verschillende bedrijven
ontwikkeld.
Hoofdstuk: Onderdeel van een beeld- of muziekstuk
op een dvd en kleiner dan een titel. Een titel bestaat
uit meerdere hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een
hoofdstuknummer waarmee u het gewenste
hoofdstuk kunt opzoeken.
JPEG: Een datacompressiesysteem voor stilstaande
beelden dat vastgelegd werd door de Joint
Photographic Expert Group; ondanks de hoge
compressiefactor blijft bij dit systeem de
beeldkwaliteit bijna gelijk.
204
Kinderslot: Een dvd-functie die het mogelijk maakt
om het afspelen van een disk volgens de leeftijd van
de gebruikers te beperken overeenkomstig de
beperkingsniveaus per land. Het beperkingsniveau
verschilt per disk; als de functie ingeschakeld is dan is
het niet mogelijk om software af te spelen waarvan
het niveau hoger is dan het niveau dat ingesteld is
door de gebruiker.
Meerkanaals: Bij dvd's beslaat elke soundtrack één
geluidskanaal. Meerkanaals verwijst naar een structuur
waarbij soundtracks drie of meer kanalen hebben.
MP3: Een bestandsformaat met een
geluidsdatacompressiesysteem. "MP3" is de afkorting
voor Motion Picture Experts Group 1 (of MPEG-1)
Audio Layer 3. Als het MP3-formaat toegepast wordt,
past op een cd-r of een cd-rw ongeveer 10 keer
zoveel data als bij een gewone cd.
PBC (Playback control): Verwijst naar het signaal
dat opgenomen is op video-cd's en S-vcd's voor het
bedienen van het afspelen. Met behulp van de
menuschermen die op de video-cd of de S-vcd
opgenomen zijn, kunt u gebruik maken van de
mogelijkheden van zowel software van het
interactieve type als software met een zoekfunctie.
PCM (pulscodemodulatie): Een systeem voor het
converteren van analoge geluidssignalen in digitale
signalen voor latere verwerking, waarbij bij het
converteren geen datacompressie gebruikt wordt.
Plug & Play: Na het inschakelen van het systeem
wordt aan de gebruiker de mogelijkheid geboden om
automatisch radiozenders te installeren; hiervoor
hoeft alleen maar op de toets PLAY op het apparaat
gedrukt te worden.
Regiocode: Een systeem dat gebruikt wordt om van
tevoren de regio vast te leggen waar een disk
afgespeeld mag worden. Dit apparaat speelt enkel de
disks af met een compatibele regiocode. De regiocode
van uw apparaat vindt u op de achterkant. Sommige
disks zijn compatibel met meer dan één regio (oftewel
alle regio's – ALL).
Surround: Een systeem voor het creëren van zeer
realistische driedimensionale geluidsvelden door
meerdere luidsprekers om de luisteraar heen op te
stellen.
S-video: Geeft een helder beeld door afzonderlijke
signalen te sturen voor helderheid (luminantie) en
kleur (chrominantie). S-video kan alleen gebruikt
worden als uw tv een S-video-ingang heeft.
Titel: Het langste beeld- of muziekonderdeel op een
dvd, muziek enzovoort bij videosoftware, of het hele
album bij audiosoftware. Elke titel heeft een
titelnummer waarmee u de gewenste titel kunt
opzoeken.
VIDEO OUT -uitgang: Uitgang op de achterkant van
het dvd-systeem die videosignalen naar de tv stuurt.
Zitplekinstelling: De gebruiker kan zelf de gewenste
zitplek kiezen waardoor op elke plek in de kamer een
perfect geluid en een bioscoopervaring ontstaat.