Polarisatie
Inbouwpositie
Referentievlak
Instromend medium
VEGAPULS C 21 • SDI-12
4.3
Montage-instructies
De uitgezonden radarimpulsen van de radarsensor zijn elektromag-
netische golven. De polarisatie is de richting van het elektrische
aandeel. Door draaien van het instrument in de montagebeugel kan
de polarisatie worden gebruik, om de effecten van stoorecho's te
reduceren.
De positie van de polarisatie ligt in het midden van de typeplaat op
het instrument.
Fig. 6: Positie van de polarisatie
1
Midden van de typeplaat
Monteer het instrument op een positie, die minimaal een afstand tot
een wand of constructiedelen heeft (zie afbeeldingen boven) van 200
mm (7.874 in).
Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbe-
drijfname een stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Dit geldt vooral,
wanneer aanhechtingen op de wand of de constructiedelen te ver-
wachten zijn. In dit geval verdient het aanbeveling, de stoorsignaalon-
derdrukking op een later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is,
te herhalen.
Het midden van de antennelens is het begin van het meetbereik en
tegelijkertijd het referentievlak voor de min.-/max.-inregeling, zie
volgende afbeelding.
Fig. 7: Referentievlak
1
Referentievlak
Monteer de instrumenten niet boven of in de aanvoerstroom. Waar-
borg dat u het productoppervlak registreert en niet het instromende
product.
1
1
4 Monteren
13