2 Veiligheid
2
Veiligheid
Wat te doen in geval van nood
d
Gevaar!
Gasgeur! Vergiftigings- en explosiegevaar door
defecten!
Als u gas ruikt handel dan als volgt:
• Schakel geen licht in of uit.
• Bedien ook geen andere elektrische schakelaars.
• Gebruik geen telefoon in de gevarenzone.
• Gebruik geen open vuur (zoals aansteker, lucifer).
• Rook niet.
• Sluit de gaskraan.
• Open ramen en deuren.
• Waarschuw medebewoners.
• Verlaat het pand.
• Stel het energiebedrijf of uw erkende installateur op
de hoogte.
Veiligheidsaanwijzingen
Neem absoluut goed nota van de volgende
veiligheidsaanwijzingen en voorschriften.
d
Gevaar!
Ontploffingsgevaar door ontvlambare gas-
luchtmengsels!
Zorg ervoor dat explosieve of licht ontvlambare
stoffen (b.v. benzine, verf, enz.) niet in de
plaatsingsruimte van het toestel worden
gebruikt of opgeslagen.
Gevaar!
Vergiftigings- en explosiegevaar door defecten!
Stel geen beveiligingen buiten werking.
Er mogen ook geen handelingen bij deze
inrichtingen uitgevoerd worden waardoor de
goede werking ervan in gevaar kan komen.
U dient daarom geen veranderingen uit te voeren:
– aan het toestel
– in de omgeving van het toestel
– aan de toevoerleidingen voor gas, verbrandingslucht,
water en spanning
– aan de afvoerleidingen voor rookgas
Het verbod op veranderingen geldt ook voor
bouwconstructies in de omgeving van het toestel, voor
zover deze van invloed kunnen zijn op de
gebruiksveiligheid van het toestel.
Voorbeelden hiervoor zijn:
– Een kastachtige mantel van het toestel moet voldoen
aan de betreffende uitvoeringsvoorschriften. Vraag uw
installateur om informatie, als u een dergelijke mantel
wenst.
4
Voor veranderingen aan het toestel of in de omgeving
ervan moet u in ieder geval contact opnemen met een
erkend installateur, aangezien deze hiertoe bevoegd is.
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging door ondeskundige
veranderingen!
Voer nooit zelf ingrepen of wijzigingen aan de
gaswandketel of aan andere onderdelen van de
installatie uit.
Probeer nooit onderhoud of reparaties aan het
toestel zelf uit te voeren.
• Vernietig of verwijder geen verzegelingen van
componenten. Enkel erkende installateurs en de
servicedienst van de fabriek zijn geautoriseerd om
verzegelde componenten te veranderen.
H
Gevaar!
Verbrandingsgevaar!
Uit de warmwaterkraan stromend water kan
heet zijn.
a
Attentie!
Gevaar voor beschadiging!
Gebruik geen sprays, oplosmiddelen,
chloorhoudende reinigingsmiddelen, verf,
lijm enz. in de omgeving van het toestel.
Deze stoffen kunnen onder ongunstige
omstandigheden tot corrosie – ook in het
rookgasafvoersysteem – leiden.
Plaatsing en instelling
Het toestel mag alleen door een erkend installateur
worden geïnstalleerd. Die is ook verantwoordelijk voor
de deskundige installatie en inbedrijfstelling.
Ook is hij bevoegd om inspectie-/
onderhoudswerkzaamheden en reparaties aan het
toestel uit te voeren en het ingestelde gasvolume te
wijzigen.
a
Attentie!
Het toestel mag uitsluitend met een naar
behoren gesloten toestelmantel permanent
worden gebruikt! Anders kan - onder ongunstige
gebruiksomstandigheden - materiële schade of
zelfs gevaar voor lichamelijk letsel ontstaan.
Waterdruk van de CV-installatie
Controleer regelmatig de waterdruk van de CV-installatie
(zie hoofdstuk 4.3.2).
Noodstroomaggregaat
De installateur heeft de gaswandketel bij installatie
aangesloten op het elektriciteitsnet.
Als u het toestel bij elektriciteitsuitval met een
noodstroomaggregaat in bedrijf wilt houden, moet deze
voor wat betreft de technische waarden (frequentie,
spanning, aarding) overeenstemmen met die van het
Gebruiksaanwijzing ecoTEC