Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sp04 - Correctie Van De Voortplantingssnelheid; Sp05/06 - Factor Voor Ruismiddeling Stijgend/ Dalend - Vega VEGAPULS 6X Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VEGAPULS 6X:
Inhoudsopgave

Advertenties

9 Met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
SP01 - begrenzing
aanvang meetbereik
activeren
SP02 - handmatige be-
grenzing van de aanvang
van het meetbereik
SP03 - betrouwbaarheid
op de tankbodem of in
het meetgebeid
SP04 - correctie van de
voortplantingssnelheid
SP05/06 - factor voor
ruismiddeling stijgend/
dalend
80
9.4.7 Speciale parameter
Hier wordt de begrenzing van de meetbereiksaanvang geactiveerd.
De instelling van de betreffende afstandswaarde gebeurt in de speci-
ale parameter SP02.
→ Meetwaardesprongen door een veranderend stoorsignaal in het
nabijbereik kunnen daardoor worden voorkomen.
Opmerking:
Activering betekent echter ook dat de sensor bij overvulling tot voorbij
aanvang meetbereik de niveau-echo niet meer accepteert. Hier kan
een meetwaardesprong naar een veelvoudige echo optreden.
Hier vindt een individuele begrenzing van de aanvang van het meet-
bereik plaats, onafhankelijk van de 100 %-inregeling. De ingevoerde
afstandswaarde in " m" moet altijd tussen het referentiepunt van de
sensor en het maximale niveau liggen.
Echo's tussen het referentiepunt van de sensor en deze waarde
worden niet langer gedetecteerd.
Dit is een extra afstandswaarde " m", die bij de speciale parameter
SP24 wordt opgeteld om bij onvoldoende reflecties op de tankbodem
het nulpunt betrouwbaar te herkennen.
→ De echodetectie onder de 0 %-afregeling is bedoeld om de be-
trouwbare detectie van een echo te ondersteunen wanneer de tank
helemaal leeg is.
Deze parameter in " %" wordt gebruikt om een looptijdverschuiving
of een veranderde voortplantingssnelheid van het radarsignaal te
corrigeren.
→ Daarmee worden meetafwijkingen als gevolg van langere afstan-
den in standpijpen of een hogere permittiviteit van de atmosfeer in
de tank gecompenseerd (bijv. bij gassen en dampen, vooral bij hoge
druk).
Ruismiddeling is het over een bepaalde tijd vaststellen van een voort-
schrijdende gemiddelde waarde van alle door de sensor ontvangen
signalen. De ingestelde factor bepaalt als exponent voor basis 2 het
aantal gemiddelde echocurven (voorbeeld: factor 2 komt overeen met
de middeling van 2² [= 4] echocurven).
→ Wordt gebruikt voor stoorsignalen veroorzaakt door sporadische
echo's, bijv. van roerwerkschoepen. De stoorsignalen krijgen door
een hogere waarde van SP05 minder relevantie of een kleinere ampli-
tude. Ze worden daarmee in hun evaluatie sterker onderdrukt.
→ Wordt gebruikt voor niveau-echo's met veranderende amplitude,
bijv. als gevolg van een turbulent mediumoppervlak. De niveau-echo's
krijgen door een hogere waarde van SP06 meer relevantie of een
constante amplitude. Zij worden daarmee in hun evaluatie sterker
aangezet.
VEGAPULS 6X • Tweedraads 4 ... 20 mA/HART

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave