Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstelling Van Contact Tussen Snijplaat En Messenkooi Controleren; Toerental Van De Messenkooien Instellen - Toro Greensmaster 3400 TriFlex Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3400 TriFlex:
Inhoudsopgave

Advertenties

Figuur 47
1. Messenkooimotor
3.
Zet de motor in de opbergruimte op de voorkant
van de ophangarm
Figuur 48
Opmerking:
Als u de maaimessen slijpt, de
maaihoogte instelt of onderhoudswerkzaam-
heden aan een maaidek verricht, moet u de
motoren van de messenkooien van het maaidek
in de opbergruimte op de voorkant van de
ophangarmen plaatsen om beschadiging te
voorkomen.
Belangrijk:
Breng de ophanging niet
omhoog in de transportstand als de
messenkooimotoren zich in de houders in
het frame van de machine bevinden. Dit
kan schade aan de motoren of slangen tot
gevolg hebben. Als u de tractie-eenheid
moet verplaatsen terwijl de maaidekken niet
gemonteerd zijn, bevestig deze dan met
kabelklembanden aan de ophangarmen.
4.
Open de vergrendelingen op de stang van
de ophangarm van het maaidek dat u wilt
verwijderen
(Figuur
5.
Maak de vergrendelingen van de stang van het
maaidek los.
2. Motorbevestigingsstang
(Figuur
48).
44).
6.
Rol het maaidek onder de ophangarm vandaan.
7.
Herhaal indien nodig stap
de andere maaidekken.
Afstelling van contact
tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt
aanvaardbaar was. Er moet een licht contact zijn
over de volledige lengte van de messenkooi en het
ondermes; zie de Gebruikershandleiding van het
g014605
maaidek.
Toerental van de
messenkooien instellen
Om een constante, hoge maaikwaliteit te verkrijgen
en een uniform aanzicht na het maaien moet u de
snelheid van de messenkooi (op het verdeelblok,
onder de afdekking links van de stoel) juist instellen.
U stelt de toerentalregeling van de messenkooien als
volgt in:
1.
Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken
zijn ingesteld.
2.
Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor
g014608
de maaiomstandigheden.
3.
Gebruik de volgende tabel om de gewenste
messenkooisnelheid te bepalen voor uw
maai-eenheden met 5, 8, 11 of 14 messen
(Figuur
49).
4.
Stel het toerental van de messenkooi in door
de knop te draaien
46
2
tot en met
Figuur 49
(Figuur
50) tot de pijlen van
6
voor
g014736

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04520

Inhoudsopgave