Inbedrijfname - tankhoog-
te, meetbereik
Inbedrijfname - Inregeling
VEGAPULS 68 • Modbus- en Levelmaster-protocol
6 Sensor met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Door deze keuze wordt het werkgebied van de sensor aangepast op
de tankhoogte en de meetnauwkeurigheid wordt onder de verschil-
lende randvoorwaarden duidelijk verbeterd.
Onafhankelijk daarvan moet vervolgens nog de min.-inregeling wor-
den uitgevoerd.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Omdat de radarsensor een afstandsmeetinstrument is, wordt de
afstand van de sensor tot het productoppervlak gemeten. Om de
eigenlijke producthoogte weer te kunnen geven, moet de gemeten
afstand aan de procentuele hoogte worden toegekend.
Voor het uitvoeren van deze inregeling wordt de afstand bij volle en
lege tank ingevoerd, zie het volgende voorbeeld:
Fig. 36: Parametreervoorbeeld min.-/max.-inregeling
1
Min. niveau = max. meetafstand
2
Max. niveau = min. meetafstand
Wanneer deze waarden niet bekend zijn, kan ook met de afstanden
bijvoorbeeld van 10% en 90% worden ingeregeld. Uitgangspunt
voor deze afstandsinstellingen is altijd het referentievlak, d.w.z. het
afdichtvlak van het schroefdraad of de flens. Meer informatie over het
referentievlak vindt u in de hoofdstukken "Montage-instructies" en
3
2
100%
1
0%
43