storingsaanduiding door knippercode
Aandudiing
Oorzaak
E1
Sensor omgevingslucht binnentoestel defect
E2
Sensor vorstbeveiliging binnentoestel defect
koelmodus: geen koelprestatie na 30 min.
E4
verwarmingsmodus: geen verwarmingsprestatie na 30 min.
koelmodus: vorstbeveiliging reageert
E5
verwarmingsmodus: oververhittingsbeveiliging reageert
E6
Brug binnenliggende stuurleiding onderbroken
Montageaanwijzng voor het vakpersoneel
Belangrijke aanwijzingen voor
de installatie
Breng het toestel in de originele
■
verpakking zo dicht mogelijk bij
de montageplaats.
Zo vermijdt U transportschade.
controleer de
■
verpakkingsinhoud op
volledigheid en het toestel
op zichtbare transportschade.
Meldt eventuele defecten direct
aan Uw contractpartner en de
transporteur.
Hef het toestel bij de hoeken
■
en niet bij de koelmiddel- of
condensaansluitingen.
De koelmiddelleidingen
■
(inspuit- en zuigleiding),
ventielen en de verbindingen
dienen stoomdiffuusdicht
geïsoleerd te worden. Eventueel
dient ook de condensleiding
geïsoleerd te worden.
Kies een montageplaats die
■
een vrije luchtinlaat en -uitlaat
waarborgt. (zie hoofdstuk
„minimum vrije ruimte").
Installeer het toestel niet in
■
de onmiddellijke nabijheid
van toestellen met intensieve
warmtestraling. De
montage in de nabijheid van
warmtestralingen vermindert de
prestaties van het toestel.
Open de afsluitventielen van
■
de koelmiddelleidingen pas na
het beëindigen van de volledige
installatie.
Scherm open koel-
■
middelleidingen tegen het
binnendringen van vochtigheid
met geschikte kappen, resp.
kleefbanden en knik of druk de
koelmiddelleidingen nooit dicht.
Vermijdt onnodige
■
buigingen. Zo minimaliseert
U het drukverlies in de
koelmiddelleidingen en
waarborgt U de vrije
terugstroom van de
compressoroliën.
Tref bijzondere maatregelen
■
met betrekking tot de
olieterugstroming, wanneer
het buitendeel boven het
binnentoestel geplaatst is. zie
hoofdstuk „olieterugstromings
maatregelen".
Wat te doen ?
Vakman contacteren
vakman contacteren
vakman contacteren
vakman contacteren
Brugstekker controleren
Overschrijdt de enkele lengte
■
van de koelmiddelleiding
5 meter, dient koelmiddel
toege-voegd te worden. De
hoeveelheid extra koelmiddel
vindt U in hoofdstuk
„koelmiddel toevoegen".
gebruik uitsluiitend de
■
bij de levering verkregen
overtrekmoeren van de
koelmiddelleidingen en
verwijder deze pas kort
voor het verbinden met de
koelmiddelleidingen.
Voer alle elektrische
■
aansluitingenuit volgens
de geldende DIN- en VDE
voorschriften uit
Bevestig elektrische leidingen
■
steeds overeenkomstig de
elektroklemmen. Anders kan
brand ontstaan.
15