2.2.8 De strooier volgens de voorschriften aanspannen. De rijomstandigheden worden
door een opbouwmachi
ne, de aan hanger en het
ballastgewi
cht
beinvl
oedt.
Daarom
op voldoende stuur- en remvermogen
letten!
2. 2.9
Toegestane asd
ruk en totaalgewi cht
in acht neme
n!
Door het heffen van de
stroo
ier
met de
hefinrichting
,
wordt de vooras van de traktor,
afhankelijk van de grootte, ontlast. Op de gewenste
vooras
ontlasting dient men te
letten;
20 %
van
het
ledig
traktorgewicht
is
nodig!
2.2.1
O
Het aankoppelpunt aan de achterkant van de strooier dient alleen voor het
aanhangen
(trekken)
van dubbelas aanhangers tot een maximum rijsnelheid
van
25 km/uur.
Het aankoppelen van eenassers en achteraangebouwde werktu igen is verboden
!
2.2.11 Tijdens
het
rijden door bochten de
verhoogde
centrifugaalkracht door de
strooier
en de
lading, in
acht nemen!
Om
het
heen-
en
weerpendelen
van de strooier, ook tijdens
het werk, te
voorkomen,
dienen de onderste draagarmen
van
de traktorophanging geschoord te
worden (zie
trekkeruitvoering)
!
2.2.12 Tijdens
het
rijden de bestuurderszitplaats niet
verlaten!
2.2.13
Voor het verlaten van
de traktor de strooier op de grond
laten
zakken, de
motor
afzetten en de contactsleutel uitnemen!
2.2.14 Het is niet toegestaan zich op te houden binnen de werkbreedte
van
de strooier!
&
Let op, niet
in
de omgeving
van
de draaiende strooischotels komen; ongevallen gevaar!
2.2.15 Tijdens de afdraaiproef
letten
op gevaarlijke plaatsen; als gevolg
van
draaiende
machinedelen!
2.2.16
Vullen van
de meststofstrooier mag men
uitsluitend
bij
stilstaande traktormotor,
met uitgenomen
contactsleutel en met gesloten doseerschuiven
uitvoeren!
2.2.17 Toegestane
vulhoeveelheid
en maximaal gewicht
in
acht
nemen!
Maximaal
bij
ZA-M:
2000 kg.
2.2.18 Wanneer;de strooier gevuld wordt afgezet, dient
voor het
afzetten de
meststof
in
de trechter gelijkmatig te worden verdeeld.
Anders dreigt kipgevaar!
2.2.19 Geen
voorwerpen in
de
voorraadtrechter leggen!
6