6
Extra uitvoeringen en toebehoren
6.1
Speciale
strooischotels
voor
andere werkbreedten
en bijzondere
meststof (zie
de strooitabellen).
6.2
Mobiele
proefstand voor
strooibreedte controle.
6.3
De
trimmer.
De trimmers worden
aan de pijpbeugel op
4 plaatsen
vastgeschroefd
(fig. 23).
6.4
Perceelrandenstrooiplaat.
6.5
Perceelrandenstrooischotel
"Tele-Set".
6.6
Afdekkleed
(fig.
24)
De klembeveiliging
van
het kleed dient men
aan de rechte
voorkant
te
bevestigen
(gaten
boren
noodzakelijk).
6.7
Gewasgeleider
voor
overbemestingstrooien in extra hoge
gewassen.
6.8
Speciale aftakas met slipkoppeling.
6.9
Twee-wegeenheid.
6.10
Twee-wegeenheid met verlengde
slangen
voor
systeemtraktoren.
6.11
Verlichtingsinstallatie.
De
verlichtingsinstallatie
wordt aan
de achterste
houderplaat van
de pijpbeugel
bevestigd
(fig
.
25).
6.12
Rollenset.
Voor
eenvoudig rangeren
in
de boerderij kan
de
meststofstrooier met
een
rollenset
(best.nr. 138201)
fig. 26, worden uitgevoerd.
6.13
Schakeling
voor
strooihoeveelheid
(meer-
en minder hoeveelheid) instelling.
7
Reparatie advies
Om
het
gelijk
doseren van
de beide strooischotels te garanderen, worden
in
de
fabriek de
schuifopeningen
bij stand 8 met een rond staafje van 12 mm
ingesteld.
Bij eventuele storingen de schuifopeningen controleren en gelijk stellen, en de wijzer
op
de
instelhendel (achterzijde)
nastellen.
Wanneer
de schuiven met de traktor-hydrauliek tegen de aanslag gedrukt worden,
dient
men
er op te
letten,
dat de druk niet hoger dan 180 bar mag
zijn (bij
hogere
druk
kunnen
de schuif-hendels verbuigen)
.
31