5. Installatie
230V / 50Hz Voeding
MBO PUMP Pomp verwarmingsketel
F6.3AT
Zekering 6.3A
HMI
Bedieningsinterface
X1...X20
Aansluiter printplaat PCU X112
L
Fase
N
Nulgeleider
5.11 Vullen van de installatie
56
CALORA TOWER GAS 25S BE CALORA TOWER GAS 35S BE
PCU
Primaire controle-unit
SONDE DHW Sanitair-warmwatersensor X121 Omkeerklep
SONDE EXT
Buitensensor
X111
Busconnector SU
Manometer water
X114
Retourtemperatuur
X115
Aanvoertemperatuur
5.11.1.
Waterbehandeling
In veel gevallen kunnen de ketel en CV-installatie gevuld worden met
normaal leidingwater en zal waterbehandeling niet noodzakelijk zijn.
WAARSCHUWING
Voeg zonder overleg met uw leverancier geen chemische
middelen aan het CV-water toe. Bijvoorbeeld: antivries,
waterontharders, pH-verhogende of verlagende
middelen, chemische toevoegmiddelen en/ of
inhibitoren. Deze kunnen leiden tot storingen aan de ketel
en beschadiging van de warmtewisselaar.
4
4
4
5.11.2.
Vullen van de installatie
OPGELET
Draai alle radiatorkranen van de CV-installatie open voor
het vullen.
Om de waterdruk van de keteldisplay af te kunnen lezen,
dient de ketel ingeschakeld te worden.
1. Open de kranen voor de toevoer van koud water en van de
aanvoerleiding van de verwarming.
T000181-B
2. Draai de vul- / aftapkraan van de CV-installatie open.
3. Sluit de vulkraan wanneer de manometer een druk van 2 bar
aangeeft.
X117 Limietthermostaat hoog
X21
Gasklep
X22
Ontstekingstransformator
X41
BO PUMP 230V
X91
Ventilator
ZG
Hoofdschakelaar
De pH-waarde van het installatiewater dient voor
onbehandeld water te liggen tussen 7 en 9 en voor
behandeld water tussen 7 en 8,5.
De maximale hardheid van het installatiewater dient
te liggen tussen 0,5 - 20,0 °dH (Afhankelijk van het
totaal opgesteld vermogen).
Voor verdergaande informatie verwijzen wij u naar
onze publicatie Waterkwaliteitsvoorschrift. De
voorschriften in genoemd document dienen
aangehouden te worden.
15/03/2016 - 300026632-001-07