6
Inbedrijfstelling .........................................................................................58
7
Uitschakeling van het apparaat ..............................................................77
8
Controle en onderhoud ............................................................................78
15/03/2016 - 300026632-001-07
6.1
Bedieningspaneel ...............................................58
6.1.1
Betekenis van de toetsen ......................................58
6.1.2
Betekenis symbolen van het display .....................58
6.2
Controlepunten vóór inbedrijfstelling ..............59
6.2.1
Ketel bedrijfsklaar maken ......................................59
6.2.2
Gascircuit ..............................................................60
6.2.3
Hydraulisch circuit .................................................61
6.2.4
Elektrische aansluitingen ......................................61
6.3
Het apparaat inschakelen ..................................61
6.4
Gasinstellingen ...................................................63
6.4.1
Aanpassing aan een ander type gas .....................63
6.4.2
Controle en instelling van de verbranding .............64
6.4.3
Basisinstelling van de gas-/luchtverhouding .........66
6.5
Controles en afstellingen na
inbedrijfstelling ...................................................67
6.5.1
Afsluitende werkzaamheden .................................67
6.6
Weergave van de gemeten waarden .................67
6.6.1
Weergave van de gemeten waarden ....................67
6.6.2
Uitlezen van de urenteller en percentage succesvolle
starts .....................................................................69
6.6.3
Status en Sub-status .............................................69
6.7
Instellingen wijzigen ...........................................70
6.7.1
Beschrijving van de parameters ............................70
6.7.2
Wijzigen van parameters op
installateursniveau ................................................74
6.7.3
Instelling van de maximale belasting voor CV-
bedrijf ....................................................................75
6.7.4
Terug naar de fabrieksinstellingen Reset
Parameters ............................................................76
6.7.5
Auto-detect uitvoeren ............................................76
7.1
Uitschakeling van de installatie ........................77
7.2
Vorstbeveiliging ..................................................77
8.1
Preventief onderhoud met geautomatiseerde
servicemelding ....................................................78
8.1.1
De automatische servicemelding resetten ............78
8.1.2
Aanstaande servicemelding voorkomen en nieuwe
(volgende) service interval starten ........................79
3