Onderhoud van maaidek
De messenkooien wetten
WAARSCHUWING
Contact met de messenkooien of andere
bewegende onderdelen kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Houd vingers, handen of kleding uit de
buurt van de messenkooien of andere
bewegende onderdelen.
• Probeer de messenkooien nooit met uw
handen of voeten te draaien of aan te raken
terwijl de motor draait.
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de maaidekken neer, zet de motor af en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Verwijder de plastic afdekking links van de stoel.
3.
Doe de aanvankelijke instelling van het
ondermes en messenkooi voor het wetten op
alle maaidekken die moeten worden gewet. Zie
de Gebruikershandleiding van het maaidek.
GEVAAR
Wanneer u het toerental van de motor
tijdens het wetten verandert, kunnen de
messenkooien tot stilstand komen.
• Verander nooit het motortoerental
tijdens het wetten.
• Wet de messenkooien uitsluitend als
de motor stationair loopt.
4.
Start de motor en laat deze op een laag
stationair toerental lopen.
5.
Draai de wethendel naar A
52).
Figuur 52
1. Wethendel – V
OORUIT
(R)
(Figuur
CHTERUIT
g014620
2. Wethendel – A
CHTERUIT
6.
Draai de toerentalregeling van de messenkooien
op instelling 1
1. Toerenregelaar van messenkooien
7.
Zet de schakelhendel op N
dan de heffen/dalen maai-bediening op Vooruit
om het wetten van de gekozen maaikooien te
beginnen.
8.
Breng de wetpasta aan met een borstel met een
lange steel. Gebruik nooit een borstel met een
korte steel.
9.
Als de messenkooien blijven vastzitten of
instabiel worden tijdens het wetten, moet u het
toerental van de messenkooien verhogen totdat
de snelheid stabiliseert. Zet daarna het toerental
weer op stand 1 of de gewenste snelheid.
10.
Als u de maaidekken tijdens het wetten wilt
afstellen, schakelt u de messenkooien uit door
de maai-/hefhendel naar achteren te bewegen
en de motor af te zetten. Na de afstelling
herhaalt u
stappen4
11.
Herhaal deze procedure bij alle maaidekken die
u wilt wetten.
12.
Als u klaar bent, zet de wethendels dan op
V
(F), plaats de kap, en spoel de
OORUIT
wetpasta van de maaidekken. Stel indien
nodig het contact tussen de messenkooi en het
ondermes af. Zet de toerentalregeling van de
messenkooien in de gewenste maaistand.
Belangrijk:
Als de wethendel na het wetten
niet op V
OORUIT
maaidekken niet omhoog gaan of goed
functioneren.
47
(Figuur
53).
Figuur 53
, en zet
EUTRAAL
tot en met 8.
(F) wordt gezet zullen de
g014623