Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstelling Van Contact Tussen Snijplaat En Messenkooi Controleren; Bandenspanning Controleren; Torsie Van Wielmoeren Controleren; De Machine Inrijden - Toro Greensmaster 3400 TriFlex Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3400 TriFlex:
Inhoudsopgave

Advertenties

3.
Open de aftapplug op het brandstoffilter
ongeveer één slag en tap eventueel water af
(Figuur
26).
Figuur 26
1. Brandstoffilter
4.
Draai de plug weer dicht na het aftappen.
Opmerking:
Omdat het water wordt gemengd
met dieselbrandstof, tapt u het brandstoffilter af
in een geschikte opvangbak en voer de vloeistof
op de juiste wijze af.
Afstelling van contact
tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt
aanvaardbaar was. Er moet een licht contact zijn
over de volledige lengte van de messenkooi en het
ondermes; zie de Gebruikershandleiding van het
maaidek.
Bandenspanning
controleren
Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten
de voorwielen een spanning van minimaal 0,83 tot
maximaal 1,10 bar hebben.
De achterband moet een spanning van minimaal 0,83
tot maximaal 1,10 bar hebben.
g014720
2. Aftapplug
Torsie van wielmoeren
controleren
WAARSCHUWING
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
De torsie van de wielmoeren moet 95
tot 122 N·m bedragen. Haal de moeren
aan na 1-4 bedrijfsuren en nog eens
na 10 bedrijfsuren. Daarna om de
200 bedrijfsuren aanhalen.
Om een gelijke verdeling te verkrijgen, dient u in een
sterpatroon te werk te gaan.

De machine inrijden

Voor olieverversingsbeurten en aanbevolen
onderhoudsprocedures tijdens de inrijperiode, zie
de Gebruikershandleiding van de motor, die u hebt
gekregen bij de machine.
Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg.
Aangezien de eerste bedrijfsuren van cruciaal belang
zijn voor de betrouwbaarheid van de machine in
de toekomst, moet u de werking en de prestaties
van de machine scherp in het oog houden zodat
kleine gebreken die later grote problemen kunnen
veroorzaken, worden opgemerkt en verholpen.
Controleer de machine tijdens de inrijperiode
veelvuldig op olielekken, losse bevestigingen of
andere gebreken.
Starten en stoppen van de
motor
Opmerking:
Controleer de gebieden onder de
maaidekken om er zeker van te zijn dat deze schoon
zijn.
Starten van de motor
Belangrijk:
Gebruik geen ether of andere soorten
startvloeistof.
1.
Ga op de stoel zitten, trek de parkeerrem aan,
zet de heffen/dalen maai-bediening vrij, en zet
de schakelhendel in de N
2.
Neem uw voet van het tractiepedaal en verzeker
dat het pedaal in de N
3.
Zet de gashendel op L
4.
Plaats het sleuteltje in het contact en draai het
naar de A
-stand. Houd het in de A
AN
27
.
EUTRAALSTAND
staat.
EUTRAALSTAND
.
ANGZAAM
-stand
AN

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04520

Inhoudsopgave