Opmerking:
U kunt de motor niet stoppen met de
gashendel.
Figuur 12
1. Gashendel
2. Maai-/hefhendel
3. Schakelhendel
4. Contactschakelaar
5. Lampje motoroliedruk
Bedieningshendel van hefin-
richting (voor omhoog/omlaag
brengen van maaidekken)
Als u de hendel
(Figuur
voren beweegt, laat u de maaidekken neer en start u
de messenkooien. Om de messenkooien tot stilstand
te brengen en de maaidekken omhoog te brengen,
moet u de hendel naar achteren trekken. Tijdens het
maaien kunt u de messenkooien tot stilstand brengen
door de hendel eventjes naar achteren te trekken en
dan los te laten. U stelt de messenkooien in werking
door de hendel naar voren te bewegen.
Schakelhendel
De schakelhendel
(Figuur
plus een
NEUTRAALSTAND
transport en van transport naar maaien schakelen
(niet naar de neutraalstand) als de machine in
beweging is. De machine zal geen schade oplopen.
•
A
–
CHTERSTE STAND
•
M
–
IDDELSTE STAND
•
V
–
OORSTE STAND
TRANSPORT
6. Waarschuwingslampje
accu
7. Indicatielampje voor
onderhoud
8. Indicatielampje van
gloeibougies
9. Lampje watertemperatuur
12) tijdens het gebruik naar
12) heeft 2 tractiestanden
. U kunt van maaien naar
NEUTRAALSTAND EN WETTEN
MAAIEN
Contactschakelaar
Steek het sleuteltje in het contact
dit zo ver mogelijk naar rechts op S
te starten. Laat het sleuteltje direct los als de motor
start; het sleuteltje komt automatisch op A
het contactsleuteltje naar links op U
af te zetten.
Waarschuwingslampje accu
Dit lampje
(Figuur
Lampje motoroliedruk
Dit lampje
(Figuur
gevaarlijk laag is.
g032816
Lampje watertemperatuur
Dit lampje
(Figuur
automatisch uit als de temperatuur van de
motorkoelvloeistof te hoog wordt. Als de motor
stilvalt, kunt u deze opnieuw starten en de machine
10 seconden besturen voor de motor opnieuw stilvalt,
zodat u de machine naar een locatie kunt verplaatsen
waar u deze kunt laten afkoelen.
Indicatielampje voor onderhoud
Het indicatielampje voor onderhoud
gaat branden zodra de machinesensoren een
probleem detecteren met één van de systemen
van de machine. Als dit lampje gaat branden, stop
dan onmiddellijk met wat u aan het doen bent en
rij naar een veilige locatie waar door uzelf of door
een servicemonteur kan worden vastgesteld wat
het probleem is. Raadpleeg
onderhoudsindicatielampje (bladz. 48)
informatie over het vaststellen van systeemproblemen
door middel van het indicatielampje voor onderhoud.
Indicatielampje van gloeibougies
Als het indicatielampje van de gloeibougies
12) gaat branden, geeft dit aan dat de gloeibougies
ingeschakeld zijn.
Opmerking:
Het indicatielampje van de gloeibougies
kan kort gaan branden nadat de motor is gestart. Dit
is normaal.
Urenteller
De urenteller
(Figuur
dat de machine in bedrijf is geweest. De urenteller
gaat lopen als de contactschakelaar op A
19
(Figuur
om de motor
TART
om de motor
IT
12) brandt als de accu bijna leeg is.
12) brandt als de motoroliedruk
12) brandt en de motor schakelt
(Figuur
Diagnose van het
voor meer
13) toont het totale aantal uren
12) en draai
. Draai
AN
12)
(Figuur
staat.
AN