nodig is om de parkeerremhendel in werking
te stellen .
D. Herhaal stappen
2 keer om een kracht van 133 tot 156 N·m te
bereiken voor de parkeerremhendel.
•
Als u de knop voor remafstelling niet kunt afstellen
door hem vast te draaien en de parkeerremhendel
met een kracht van 133 tot 156 N·m in werking te
stellen, doet u het volgende:
A. Draai de achterste contramoer
voor de schroefregelaar van de kabel van de
parkeerrem 1 slag los.
B. Draai de voorste contramoer vast
C. Draai aan de knop voor remafstelling
47) totdat een kracht van 133 tot 156 N·m
nodig is om de parkeerremhendel in werking
te stellen.
D. Herhaal stappen
3 keer om een kracht van 133 tot 156 N·m te
bereiken voor de parkeerremhendel.
Opmerking: Als u de kabel van de parkeerrem
niet voldoende kunt afstellen om de knop voor
remafstelling binnen het afstelbereik te krijgen,
moet u de remschoenen controleren op overmatige
slijtage.
•
Draai de stelschroef vast en plaats de handgreep
(Figuur
47).
A
tot en met
C
maximaal nog
(Figuur
48)
(Figuur
48).
(Figuur
A
tot en met
C
maximaal nog
Onderhoud van het
chassis
Vergrendelingen van de
laadbak instellen
Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt
de laadbak tijdens het rijden. U kunt de vergrendelstangen
zodanig afstellen dat de vergrendelingen de laadbak stevig
tegen het chassis houden.
1. Draai de borgmoer op het uiteinde van de
vergrendelstang los
1. Sluiting
2. Borgmoer
2. Draai de vergrendelstang rechtsom tot deze stevig
tegen het gehaakte gedeelte van de vergrendeling
aandrukt
(Figuur
3. Draai de borgmoer vast met een torsie van 19,7 tot
25,4 N·m.
4. Herhaal stappen
andere zijde van het voertuig.
40
(Figuur
49).
Figuur 49
3. Vergrendelstang
49).
1
tot
3
voor de vergrendeling aan de