Faxnummerveld
Voer met de numerieke toetsen het faxnummer in. Voer zo nodig
<Backspace>
Verwijder één voor één de cijfers links van de cursor in het faxnummerveld (
/
Druk hierop bij het naar links of rechts verplaatsen van de cursor in het faxnummerveld (
<Toon>
Als u op deze knop drukt, wordt het teken "T" (toon) ingevoegd. Zelfs als u pulskiezen gebruikt, worden
cijfers na "T" verzonden met toonkiezen.
<R> sleutel
Als de machine is aangesloten op een PBX (Private Branch Exchange), drukt u eerst op deze knop
voordat u de bestemming invoert. Als deze knop niet beschikbaar is, moet u de instellingen voor de R-
toets opgeven.
<R-toets instelling>(P. 1128)
<Spatie>
Voer een spatie tussen de nummers in zodat ze gemakkelijker leesbaar zijn.
<Pauze>
Als u op deze knop drukt, wordt het teken "P" (pauze) ingevoegd. Bij het faxen naar het buitenland
voegt u na de internationale toegangscode of het faxnummer een pauze in. Dit helpt om de verbinding
te verbeteren.
●
U kunt aan het begin van een nummer geen pauze plaatsen.
2
Druk op <Stel details in> en geef zo nodig instellingen op.
Basisbewerkingen
227
tot
in.
) in.
).