1. Peilstok
3.
Steek de peilstok in de buis. Let erop dat de
peilstok er volledig in schuift. Haal de peilstok
eruit en controleer het oliepeil.
4.
Als het oliepeil te laag is, verwijdert u de vuldop
(Figuur
26) en vult u bij met kleine hoeveelheden
olie totdat het oliepeil de Vol-markering op de
peilstok bereikt. Vul de olie langzaam bij en
controleer daarbij veelvuldig het peil.
1. Olievuldop
5.
Plaats de vuldop en sluit de kap.
Brandstoftank vullen
Gebruik uitsluitend schone, verse dieselbrandstof
of biodiesel met een laag <500 ppm) of ultralaag
(<15 ppm) zwavelgehalte. Het cetaangetal moet
minimaal 40 zijn. Koop brandstof in hoeveelheden die
binnen 180 dagen kunnen worden gebruikt zodat u
altijd verse brandstof heeft.
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 42 liter.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij
temperaturen boven -7° C en winterdieselbrandstof
(nr. 1-D of nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen
onder -7° C. Gebruik van winterdieselbrandstof bij
lage temperaturen biedt een lager vlampunt en een
lager stolpunt. Dit vergemakkelijkt het starten en
vermindert de kans dat de filters verstopt raken.
Figuur 25
Figuur 26
Gebruik van zomerdieselbrandstof bij temperaturen
boven -7° C zal bijdragen aan een langere
levensduur van de pomp dan bij gebruik van
winterdieselbrandstof.
Geschikt voor biodiesel
Deze machine kan ook gebruik maken van een
dieselmengsel tot maximaal B20 (20% biodiesel, 80%
petrodiesel). Het deel petrodiesel moet een laag of
ultralaag zwavelgehalte hebben. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
g008881
•
Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
•
Het dieselmengsel moet beantwoorden aan
ASTM D975 of EN 590.
•
Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
•
Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met
een lager percentage in koud water
•
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen,
die in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
•
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt
op een biodieselmengsel.
•
Neem contact op met uw leverancier als u
informatie over biodiesel wenst
1.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon
2.
Verwijder de dop van de brandstoftank.
g008882
3.
Vul de tank tot aan de onderkant van de vulbuis.
Niet te vol vullen. Plaats daarna de dop terug.
4.
Om brandgevaar te voorkomen, moet u
gemorste brandstof opnemen.
1. Dop van brandstoftank
28
(Figuur
27).
Figuur 27
g008884